dinsdag 15 juni 2021

De Groenlingen met z'n allen dicht bij een

De Groenlingen hebben met succes voor nakomelingen gezorgd. Vanmorgen kwamen ze met z'n allen naar de voederplaats. De mannetjes maakte geen ruzie. Het broeden is op z'n einde gekomen, waardoor de territoria niet meer zo strikt worden verdedigd. Toch zie je er nu niet zo veel. Waar zijn de vogels nu eigenlijk?


Deze Groenlingen dulden elkaar weer nu het broedseizoen te einde raakt.

Waar zijn de vogels gebleven? Ze zijn er wel, maar laten zich veel minder zien, zoals ook blijkt uit cijfers van de Jaarrond Tuintelling. Dat vogels zich nu verborgen houden, heeft een paar goede redenen. Dit seizoen kregen ze bij Vogelbescherming weer vaak opmerkingen dat het zo stil is buiten. Vogels lijken de tuinen massaal de rug toe te hebben gekeerd. Ook natuurgebieden ogen behoorlijk verlaten. Waar het dit voorjaar nog kwinkeleerde van zingende vogels, laten ze zich nu nauwelijks horen of zien. Toch is dit geen reden tot paniek. Die vogels zijn niet van de aardbodem verdwenen; ze zijn alleen minder opvallend aanwezig. Waarom is dat zo?

Waarom zijn de vogels nu veel stiller? Om te beginnen zit het broedseizoen er voor veel vogels al weer bijna op. Natuurlijk verschilt dit per soort en gaan sommige nog even door, maar de noodzaak om nog uitgebreid te gaan zitten zingen is nu al veel minder. Daarnaast slokken de jongen – al dan niet uitgevlogen – veel van de tijd van vogelouders op. Zo’n broedseizoen trekt namelijk een zware wissel op de conditie van oudervogels. Ze moeten er echt van bijkomen. De uitgevlogen jongen verlaten vervolgens ‘hun’ tuin en trekken (soms groepsgewijs) de wijde wereld in, waardoor het relatieve stilte is in veel tuinen.


Deze Groenling is zo perfect mooi dat hij op een vogeltentoonstelling de hoofdprijs weg zou halen.

Er is nog een reden dat vogels onzichtbaarder zijn tijdens de zomer. De meeste vogels beginnen meteen nadat de laatste jongen zijn uitgevlogen aan de rui. Alle veren worden geleidelijk vervangen door nieuwe. De toestand van de veren is voor vogels van levensbelang. Ze moeten goed op elkaar aansluiten om isolatie te bieden en ze moeten tiptop in orde zijn voor het vliegen. En ook hier speelt weer mee dat het broedseizoen zijn tol heeft geƫist. De veren zijn wat minder goed onderhouden geweest. Met nieuwe veren zijn de vogels dus klaar voor de winter, of die nu in Afrika wordt doorgebracht of elders. Tijdens de rui zijn vogels met hun mottige verenpak veelal kwetsbaar, en mede daardoor nu wat stilletjes (voor hun eigen veiligheid). Tijdens de rui leiden ze een teruggetrokken bestaan.


De Groenlingen komen met z'n allen naar de voederplaats, met meerdere mannetjes dicht bij een.

Dat vogels ook in de zomer naar de voederplaats komen, duid op de behoefte om eiwitrijk voedsel binnen te krijgen. In de zomer is een platte schaal vers water van levensbelang. Ze drinken ervan en badderen erin. Verder hebben ze veel eiwitrijk voedsel nodig. Vogels gaan ruien en krijgen het verenkleed dat ze tegen de winterse kou moet beschermen. Of dat hen in staat stelt om naar het zuiden te trekken. Vogels gaan zelf op zoek naar de wormen en insecten die ze nodig hebben om aan hun portie eiwitten te komen. U kunt ze helpen door met bloeiende planten insecten te lokken. Of door uw gazon te besproeien en zo de wormen naar boven te lokken.

Vogelbescherming biedt een ruim assortiment vogelvoer aan van hoge kwaliteit in samenwerking met CJ Wildbird Foods. Deze voeren hebben een hoog energie- en oliegehalte en zijn getest op gifstoffen. Het is te koop in de Webshop van Vogelbescherming Nederland, maar ook bij de plaatselijke winkels zoals Welkoop en enkele andere in dieren / vogelvoer gespecialiseerde winkels. Met uw aankoop van Vogelbescherming zaden steunt u niet alleen de vogels in uw tuin, maar ook de bescherming van alle vogels in Nederland en daarbuiten.


De Groenling juveniel is grijzer dan vrouwtje en de buikzone is meer gestreept..

De Groenling (Chloris chloris) is een zangvogel van de familie der vinkachtigen (Fringillidae). De vogel eet vooral zaden. Een groenling is ongeveer 15 centimeter lang. Het mannetje is olijfgroen van kleur, vooral op de stuit. De rug heeft een bruine tint en de onderzijde is meer geelachtig. De randen van de vleugel en de meeste staartpennen zijn aan de basis helder geel. De dikke snavel is bijna wit en de poten zijn vleeskleurig. Het wijfje is minder intensief van kleur, zij is meer grijsgroen en haar geel in de veren is veel valer. De juveniel is grijzer dan vrouwtje en de buikzone is meer gestreept.

Groenlingen doen hun naam eer aan: ze laten zich herkennen aan allerlei tinten groen in hun verenkleed. De groenling is oorspronkelijk een bewoner van bosranden en halfopen zoomvegetatie. Nu dat natuurlijke habitat zeldzaam is, bewoont de groenling vooral cultuurlandschappen: als er maar genoeg dichte struiken zijn. Groenlingen eten zaden. In hun stevige snavel trillen ze daarvan al ronddraaiend de vrucht uit de schil en wordt deze opgegeten. Ze broeden van eind maart tot in augustus. Heeft meestal 2 legsels, met meestal 4 of 5 eieren. Broedduur 11-14 dagen. Maakt een mooi komvormig nest in dicht (stekel)struikgewas of bomen (coniferen). Na het uitvliegen blijven ze nog 2-3 weken bijeen. Groenlingen zijn niet erg territoriaal en broeden soms in een los kolonieverband, waarbij ze wel hun nest verdedigen.