Vanmorgen zag ik aan de rand van de Neterselse Heide een zwam met een appelrode hoed, de Appelrussula. De appelrussula komt voor bij naaldbomen in oude bossen, vooral bij den, lariks en spar, op humusarme zandgronden.
De hoed heeft een doorsnede van 5-15 (tot 20) cm en is gewelfd tot vlak. De kleur is appelroze of -rood tot oranjebruin of bleek oranje. De steel is 6-15 cm lang en 2-4 cm dik, fijnaderig gegroefd en wit. De lamellen staan dicht opeen en zijn wit tot lichtgeel of okerkleurig.