Vanmorgen fietste ik in Bladel door de Pals en de bossen van Boswachterij De Kempen in Eersel en een stukje Bergeijk. Hoewel er niet zo veel paddenstoelen stonden, vond ik er toch enkele die de moeite waard waren om op de foto te zetten. Boswachterij de Kempen wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Dat is een bosbeheerder die er om bekend staat veel bos te kappen als verdienmodel. Dat is geen bosbeheerder, maar een bosboer.
De geweizwam (Xylaria hypoxylon) is een voorbeeld van de zakjeszwammen, dat grillige vormen aan kan nemen. De geweizwam is een kleine, knotsvormige of plat cilindrische zwam tot 6 cm hoog. Aan de bovenkant komen vaak vertakkingen voor, waardoor de gelijkenis met een gewei ontstaat. In hun jeugd zijn ze bedekt met een wit poeder. Dit zijn de sporen die in de ongeslachtelijke fase worden voortgebracht (conidiën). Later in het najaar gaan ze over tot de geslachtelijke fase.
De kleur verandert dan naar zwart en de sporen zitten niet meer aan de buitenkant. In het tweede jaar zijn de vruchtlichamen geheel zwart en onvertakt en ontstaan er sporen die in zakjes langs geslachtelijke weg worden gevormd. De Geweizwam komt zeer algemeen voor gedurende het hele jaar. De zwam is te vinden op dode takken en stronken, vrijwel uitsluitend van loofbomen.
Het Kleverig Koraalzwammetje is een algemene soort welke op dood naaldhout gevonden kan worden. Alhoewel hij op een Koraalzwam lijkt valt hij toch niet onder de Koraalzwammen. Het Kleverig Koraalzwammetje is vrij variabel qua vorm, hij kan bestaan uit rechte vertakkingen, maar komt ook regelmatig voor met vrij veel vertakkingen. Hij groeit in bundels, welke in omvang kunnen verschillen van enkele losstaande sprietjes tot meer dan 10cm in doorsnee. De vertakkingen voelen rubberachtig aan en zijn makkelijk te buigen zonder dat ze afbreken. Dit in tegenstelling tot de Koraalzwammen, waarbij de vertakkingen meestal erg broos zijn. Als hij door mos en gras heen moet groeien kan hij ruim 15cm hoog worden. Het vruchtlichaam is opvallend geel gekleurd en kan door droogte en ouderdom oranje kleuren. Het Kleverig Koraalzwammetje groeit op sterk vermolmde stronken of soms ook stammen van naaldbomen, o.a. Spar (Picea), Grove den (Pinus sylvestris), Larix (Larix), overwegend in naaldbossen op droge voedselarme zandgrond.
De amethistzwam (Laccaria amethystina), ook wel rodekoolzwam genoemd, is een zwam uit het geslacht van de fopzwammen, een plaatjeszwam zonder manchet. De paddenstoel is vanwege de kleur genoemd naar de kwartsvariëteit amethist. De amethistzwam is eetbaar. Omdat het vruchtlichaam een kleurenpalet heeft dat vergelijkbaar is met de rodekool (lila tot violet), wordt de amethistzwam ook wel rodekoolzwam genoemd. De hoed van een volwassen exemplaar heeft normaal een diameter tussen 1 en 4 cm alhoewel er ook specimen zijn met hoeden tot maximaal 6 cm diameter. De hoogte kan 10 cm worden. De sporen van de amethistzwam zijn 7-10 µm groot, maar hebben uitsteeksels tot twee µm lang.
De amethistzwam is een fopzwam die terug te vinden is in bossen en lanen op diverse grondsoorten. Vaak wordt hij teruggevonden onder beuk en eik, soms ook in naaldbossen. De amethistzwam is een algemeen voorkomende fopzwam, die in de zomer tot herfst aangetroffen kan worden.
Gewoon eekhoorntjesbrood (Boletus edulis) is een algemeen voorkomende eetbare paddenstoel die behoort tot de familie Boletaceae. Meestal wordt met de Nederlandse naam de ondersoort Boletus edulis susbp. edulis bedoeld. Het is een uitgesproken consumptiepaddenstoel die, ook in gedroogde vorm, onder andere in fondue verwerkt wordt. In de Alpen zijn deze boleten in gedroogde vorm veelgevraagd en duur. In de Italiaanse keuken heten ze porcini, ook in Nederlandstalige recepten wordt die naam veel gebruikt. De hoed van gewoon eekhoorntjesbrood heeft een licht- tot donkerbruine, vaak ook enigszins geel en rood getinte kleur. Hij kan tot 30 cm groot worden en is in vochtige toestand wat plakkerig. Aan de onderzijde is een sponzig aandoend stelsel van fijne buisjes zichtbaar dat eerst wit en later geel is. De witachtige tot bruin aangelopen steel wordt niet langer dan 25 cm en vertoont een licht netwerk aan het bovenste gedeelte.
De gele ringboleet (Suillus grevillei) is een in Nederland vrij zeldzame paddenstoel uit de familieSuillaceae. De paddenstoel komt voor onder lariks, vooral langs paden en bosranden, op voedselarme zand- en leemgronden. De gele ringboleet staat op de Nederlandse Rode lijst van paddenstoelen als kwetsbaar. De 3-15 cm grote, bij vochtig weer slijmerige hoed is geelbruin tot roodbruin, lichter wordend naar de randen. De geel tot roodbruine steel heeft een grote, vliezige tot slijmerige ring. Het lichtgele vlees, vooral in de voet van de steel, is soms duidelijk blauwachtig verkleurend. De buisjes bestaan uit nauwe poriën en hebben een goudgele tot olijfgele kleur. Onder druk verkleuren de buisjes roestbruin. De jonge gele ringboleet is eetbaar, maar heeft weinig smaak en het slijm moet wel eerst verwijderd worden.