Het informatiebord aan de Bosrand, Lennisheuvel (Boxtel).
De Kampina is een natuurgebied met bos, heide en beekdalen in de provincie Noord-Brabant, gelegen tussen Boxtel en Oisterwijk. Het gebied is sinds 1929 grotendeels eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten en is ruim 1200 hectare groot. De Kampina is een gevarieerd natuurgebied met een uitgestrekt heide, dennenbossen en vele vennen. Centraal ligt de grote Kampinase Heide die gesierd wordt door talrijke vennen zoals als het Belversven, meer beschut liggen de Huisvennen en de Zandbergsvennen, die bijzonder rijk zijn aan libellensoorten. Over de heide klinkt de zang van de wulp. De heide is hier en daar venig en kent bijzondere soorten als lavendelheide. Vooral aan de noordzijde en de oostzijde liggen uitgestrekte (aangeplante) dennenbossen.
Aan het parkeerterrein aan de Bosrand staat een grondwaterpijl meter. Ondanks de droogte staat het daar nog op -1,5 meter.
De plattegrond met en aanduiding "U bevindt zich hier".
Bewegwijzering van de wandelroutes met de gedragsregels.
Aan de noordkant langs de Kapelweg (Boxtel) grenst Kampina aan de spoorweg van Boxtel naar Tilburg. Van hieruit gaat het naar 't Belversven.
De fietspad loopt langs 't Belversven. Gagel en zandverstuivingen zijn beeldbepalend in deze omgeving.
Er lopen ook twee beken door de Kampina, de Beerze en de Rosep, meanderend door het gebied. Dankzij de inspanningen van Pieter van Tienhoven (van 1907 tot 1953 penningmeester van de Vereniging Natuurmonumenten) zijn zij voor de golf van ruilverkaveling en kanalisaties gespaard gebleven, waar het natuurschoon langs zoveel andere beken ten onder aan is gegaan. De Beerze is een middelgrote beek met een omvangrijk moerassig beekdal. In de Smalbroeken, een vaak inunderend deel van dat dal, groeien zware moerasbossen van onder andere zwarte els met lianen als hop en kamperfoelie, waarin zich de blauwborst en de sprinkhaanrietzanger verschuilen. In de moerassen en graslandjes komen gagelstruwelen, beenbreek en zeggesoorten voor. De Rosep is binnen de Kampina maar een bescheiden stroompje zonder veel dalvorming.
Kampina wordt momenteel bedreigd door de komst van een megastal. Pal naast de Kampina, één van Brabants meest kwetsbare natuurgebieden, dreigt een megastal met 16.000 varkens te komen. Natuurmonumenten en de Brabantse Milieufederatie maken zich samen met omwonenden grote zorgen over de impact hiervan op de natuur, het landschap en de leefomgeving.
De Kampina lijdt al jaren onder de neerslag van ammoniak uit de intensieve veehouderij. De grond verzuurt en planten en dieren verdwijnen. Natuurmonumenten voert daarom al jaren maatregelen uit om de natuur te herstellen, zoals plaggen, maaien en begrazen van de heide. Maar het is dweilen met de kraan open. Zo is er vlak bij De Kampina een (nieuwe) megastal gepland, met nog meer ammoniak als gevolg. Dat kan de natuur en de omgeving niet meer dragen. Deze megastal mag er niet komen!
Een gezonde natuur is gebaat bij een gezond bodemleven, maar de overmaat aan stikstof zorgt voor een ernstige verstoring van dat evenwicht. Stikstof verzuurt de bodem en is voor sommige planten giftig. Veel eiken op Kampina sterven af ten gevolge van deze verzuring. En kun jij je een Kampina zonder paarse heide voorstellen? Toch ligt dat gevaar op de loer door de stikstofneerslag. Omdat stikstof een meststof is, geeft het enkele plantensoorten de kans om heel snel te groeien. Overal zie de verruiging door stifstofminners optreden. Bramen, brandnetels, berken en grassen groeien als een speer en verdringen de planten die de Kampina juist zo bijzonder maken. De heide groeit dicht met pijpenstrootje en berken en langzaam dreigt het karakteristieke beeld van de Kampina te verdwijnen.
Maar waar planten verdwijnen, volgen ook de dieren. Zo heeft de vlinder gentiaanblauwtje een uniek verbond met het klokjesgentiaan en met speciale knoopmieren. Hij heeft ze beide nodig om zijn levenscyclus te voltooien. Maar het plantje en de mieren lijden onder de stikstofneerslag en daarmee staat ook het leven van deze zeldzame vlinder op het spel. De verzuring van de bodem heeft ook gevolgen voor veel vogels. Uit onderzoek blijkt dat door een gebrek aan kalkrijk voedsel de eierschalen zo dun zijn dat eenderde van het legsel uitdroogt. Ook breken jonge vogels door kalkgebrek makkelijk hun pootjes. Als we niks doen, verdwijnen er dus plantensoorten en daarmee ook de dieren die daarbij horen. Er wordt daarom met man en macht gewerkt aan het herstel van de natuur door de effecten van de stikstofneerslag te beperken. Dat doen we door organisch materiaal te verwijderen via het plaggen, maaien en begrazen van de heide.
Onder het motto "Laat de natuur niet stikken" roepen zij daarom iedereen op om de petitie te tekenen tegen de komst van deze megastal op geenmegastal.petities.nl