dinsdag 31 juli 2018

De volle Maan bij een helder hemel

Vandaag een beetje sterrenkunde (of maankunde). Het grootste deel van het maanoppervlak is bedekt met inslagkraters. De meeste hiervan zijn gelegen in de zogenaamde hooglanden van de Maan. Deze kraters stammen uit de tijd van het grote oerbombardement, waarin restanten van het ontstaan van het Zonnestelsel op de planeten en hun manen terechtkwamen. Slechts een minderheid van de kraters, zoals Copernicus en Tycho, is van recentere datum. Het ontbreken van een atmosfeer op de Maan laat toe dat de kraters na 4 miljard jaar er meestal nog 'vers' uitzien.

De volle maan bij een helder hemel. Herkenbaar op de foto zijn de inslagkraters (recht boven).

Doordat de Maan een elliptische baan om de Aarde aflegt, varieert de afstand tussen Maan en Aarde. Het grootste afstand Maan-Aarde bedraagt 405.500 km. De korste afstand Maan-Aarde gedraagt 363.345 km. Het gemiddelde is 384.450 km. Indien het volle maan is tijdens het perigeum,zoals op 23 juni 2013, wordt dit ook wel supermaan genoemd. In de loop van de tijd is door de seculiere versnelling de afstand tussen de maan en de aarde steeds groter geworden. Momenteel is de jaarlijkse toename 3,8 centimeter per jaar.

De Maan vertoont schijngestalten doordat het zichtbare maanoppervlak van de Maan vanaf de aarde deels, wisselend geheel of gedeeltelijk door de Zon wordt verlicht. Deze cyclus van de maan is sinds mensenheugenis gebruikt als middel om de tijdmeting aan te relateren. Na nieuwe maan volgt wassende maan. Die gaat via het eerste kwartier naar volle maan. Daarna wordt het afnemende maan of krimpende maan die via laatste kwartier naar opnieuw nieuwe maan gaat. Tijdens nieuwe maan, als de Maan en de Zon, vanaf de aarde gezien, samenkomen (in conjunctie staan), is de naar de aarde gekeerde helft donker. De volgende avonden staat bij zonsondergang een smalle maansikkel aan de westelijke hemel.

Als de Maan het dichtst bij de Aarde staat (perigeum) zien we de maan op z'n grootst.

Na iets meer dan een week is de boogafstand (elongatie, de hoek tussen de lijnen Aarde-Zon en Aarde-Maan) tot de Zon toegenomen tot 90°, en is de sikkel een halve cirkel geworden (eerste kwartier). Weer ruim een week later is zij zover naar het oosten gelopen dat de Maan bij zonsondergang opkomt en vol is geworden. Weer ruim een week later komt de Maan pas omstreeks middernacht op en is nog maar voor de helft verlicht (laatste kwartier). Daarna komt zij steeds later op en neemt steeds meer af om ten slotte alleen nog aan de oostelijke morgenhemel, vlak voor zonsopkomst, als een smal sikkeltje zichtbaar te zijn. Deze totale cyclus duurt gemiddeld 29,530588 dagen.

Wanneer de volle maan 'perfect' is, en Zon, Aarde en Maan precies op één lijn staan, is er een maansverduistering: de Maan komt dan precies in de schaduw van de Aarde te staan. In het geval van nieuwe maan kan er op overeenkomstige wijze een zonsverduistering ontstaan. Dan werpt de Maan haar schaduw op de Aarde. Er bestaan allerlei opvattingen over een vermeend "maaneffect" van de verschillende schijngestalten op het leven op Aarde, vooral bij mensen, maar een dergelijk verband is nog nooit wetenschappelijk aangetoond.

Het ruimteprogramma van de Verenigde Staten, NASA onder leiding van de oorspronkelijk Duitse raketwetenschapper Werner von Braun, was verantwoordelijk voor de maanlanding van de Apollo 11 op 21 juli 1969 (volgens de Europese tijdrekening), welke de eerste in zijn soort was. Twee astronauten landden en stegen weer op met de maanlander. De eerste man die voet zette op de maan was Neil Armstrong. De foto's van zijn collega-astronaut Buzz Aldrin zijn wereldberoemd geworden. Na Apollo 11 zijn nog vijf maal mensen op de maan geland (ook weer steeds twee per keer), alle in het kader van het Apolloprogramma, dat was ingesteld door de Amerikaanse president John F. Kennedy, en daarna ten einde kwam.