donderdag 2 februari 2017

Zoektocht naar oude spechtenholen

Een wandeltocht door een deel van Landgoed de Utrecht leverde uiteindelijk een paar foto's op van de kleine Kuifmees, maar die foto's komen en later (in een apart album). Ik ging op zoek naar mogelijke plaatsen waar de Groene en de Zwarte specht zou kunnen zitten en een broedplaats zou kunnen hebben, later als het broedseizoen begint. Oude nestholen zouden wat kunnen vertellen over de kansen van nieuwe nestholen in het komende broedseizoen.

Een doorkijk van een van de paden die op de Prins Hendriklaan in Hooge Mierde uitkomen.

De wandeling werd gestart aan de vijfsprong van de Prins Hendriklaan met de Poppelsedijk en de Slingerdijk, waar de auto werd geparkeerd. De Slingerdijk is een brede zandweg met weerszijde een bomenrij van voornamelijk Amerikaanse eik. Achter die bomenrij staan percelen met naaldhout. Corsicaanse den, Douglas en Lariks. Daar waar op het lagere stamdeel de takken zijn afgevallen zijn zachte plekken ontstaan waar de specht wel eens gebruik van wil maken en er een nestholte in uit te hakken. Maar het zijn ook plekken waar zwammen op het zachte hout groeien. Als de zwam het zachte hout uit de 'knoest' (of kwast) weggevreten ontstaat er een beging van een gat. Op deze plaats staat de houtvezel opeens haaks op die van de stam, waar vocht en schimmels het kopse hout in kunnen dringen, een beging van verrotting. Later kan zo'n plek zich ontwikkelen tot het begin van een vlieggat van een spechtennest.

Dode bomen langs een sloot, en nevelbanken op de paden waar de zon 's morgens nog niet bij kan.

Vaak hakken spechten ieder voorjaar een nieuw nestgat in een boom. De oude nestholtes worden dan vaak ingenomen door andere nestbewoners, zoals de Boomklever, eekhoorns en boommarters (meestal een nestholte van een Zwarte specht).

Links; een oud spechten nestholte, rechts; het oog van de tak knoest is al weggerot en kan een nestholte voor een zwarte specht worden.

De twee foto's boven en links onder; de doolhofzwam, rechts onder; Eikenbloedzwammetjes groeien op de schors van een Amerikaanse eik.

De doolhofzwam (Daedalea quercina) is een schimmel uit de stam der steeltjeszwammen (Basidiomycota) die voornamelijk op eiken groeit. De doolhofzwam heeft zijn naam te danken aan de doolhofachtige structuur die de buisjes aan de onderzijde vormen. Ook de geslachtsnaam Daedalea verwijst hier naar, Daedalus is in de Griekse mythologie namelijk de man die opgesloten werd in het labyrint van Knossos. De soortnaam quercina is Latijn voor 'eik', de zwam is namelijk vooral op dode eiken te vinden.

Links: groene schimmel op de schors van stam van een eik. Rechts; de takken zijn bedekt met een dikke laag mos.

De groene schimmel die op de boomschors van de eik groeien zijn eigenlijk korstmossen, oftewel een combinatie van schimmels en algen. De aanwezigheid van de korstmossen geeft aan dat uw omgeving vrij van verontreinigende stoffen is. Korstmossen zijn in beginsel niet schadelijk voor de eik. De boom op de foto's hierboven is reeds dood en zal helemaal weggevreten worden door schimmels en mossen.