De Vlaamse gaai.
De Vlaamse gaai (Garrulus glandarius), ook wel kortweg gaai genoemd, of schreeuwekster of meerkol, is een opvallend gekleurde kraaiachtige. De wetenschappelijke naam van de gaai, Garrulus glandarius, is te vertalen als 'voortdurend krassende eikelzoeker'. Dat typeert de gaai alleen in de winter, tijdens het broedseizoen juist opvallend stil. Van oorsprong vrij schuwe bosvogel, maar inmiddels ook volop in het stedelijk gebied te vinden. Gaaien hebben in het bos de functie van indringer-alarm; veel dieren reageren op hun alarmroep en verbergen zich. Gaaien zijn bekend om de opvallende blauw-zwart gestreepte tekening op de vleugel.
Gaaien eten 's winters eten gaaien vooral eikels, maar ook beukennootjes, granen (mais), fruit en ander eetbaars. In het najaar hamsteren gaaien de eikels en verstoppen die in de grond. Bij voedselgebrek worden ze opgegraven. De eikels die ze niet opgraven, kunnen uitgroeien tot bomen. Weet een gaai dat hij in de gaten wordt gehouden tijdens het verstoppen, dan komt hij later terug om de eikel elders te verstoppen.
De ekster (Pica pica) is een vogel die behoort tot de familie van kraaiachtigen. Eksters zijn intelligente vogels met een fascinerende leefwijze. Tot hun derde levensjaar leven eksters in 'jeugdbendes', daarin doen ze de ervaring op die een ekster nodig heeft om jongen groot te kunnen brengen. Eksters eten ze wat kunnen vinden: het grootste deel van hun menu bestaat uit emelten, kevers, regenwormen en menselijk afval als patat en brood. Vooral in het broedseizoen, wanneer de eksters zelf jongen hebben, aangevuld met eitjes van andere vogels en soms ook jonge vogels.
De ogenschijnlijk zwart-wit gekleurde vogel blijkt bij beter kijken een bont palet aan metallic-kleuren te vertonen. Eksters staan er in de volksmond om bekend glimmende voorwerpen als sierraden en zilveren theelepeltjes te 'stelen' en naar het nest te brengen. Dit gedrag komt voort uit de onverzadigbare nieuwsgierigheid van eksters; alles dat er 'anders' uitziet, wordt onderzocht en eventueel begraven onder enkele bladeren voor later gebruik.
Eksters leven in een veelheid van open gebieden, liefst met verspreid staande bomen. Mijdt boomloos gebied en dichte bossen. Sinds enkele decennia houden eksters zich graag op in de nabijheid van mensen: tuinen, stadsparken, landbouwgebied zijn omgevingen waar eksters bijna altijd te vinden zijn. Ze profiteren in steden van het extra voedselaanbod dat mensen (afval) opleveren. Buiten de broedtijd leven eksters vaak in groepsverband.