De blauwe reiger (Ardea cinerea), een vogel uit de reigerfamilie, werkt een flinke prooi naar binnen.
Een waterige, regenachtige ochtend, heeft een bij veel vogels een negatief effect op hun gedragingen. Ze laten zich minder zien en laten hun zang niet horen. Er zijn uitzonderingen. De reigers bijvoorbeeld. Reigers moeten hebben van prooi die ze in een natte leefomgeving vangen, zoals en grote insecten zoals sprinkhanen, amfibieën zoals kikkers en salamanders, kleine en grotere vissoorten tot mollen en muizen. Vis is echter vrijwel altijd het hoofdbestanddeel van hun eten. Kleine prooidieren slikt hij in één keer door, grotere prooidieren doodt hij eerst op het land. Dus een beetje regen is in het voordeel van de 'nattelanders'.
Staand op hoge poten is de blauwe reiger niet moeilijk te herkennen. De naam 'blauwe' is misschien wat teleurstellend; de vogels zijn vooral grijs. Een blauwe reiger - zeker jonge vogels - kunnen er verfomfaaid uitzien. Maar een volwassen vogel, aan het begin van het broedseizoen, is prachtig om te zien. Een paar lange, sierlijk afhangende veren vanaf de zwarte kopstreep. Geeloranje dolksnavel, afhangende sierveren over keel en op de rug. De vlucht is traag, daarbij houdt de blauwe reiger de nek ingetrokken en lijkt daardoor wat 'kopzwaar'. De poten steken in vlucht duidelijk achter het lichaam uit.
Links; met de vis (of wat hij ook gevangen heeft) nog in de keel komt de reiger uit de waterkant en vliegt naar zijn volgende locatie.
De blauwe reiger is tevens de bekendste vertegenwoordiger van de familie in België en Nederland. De blauwe reiger komt voor in delen van Europa: in Engeland, Noord-Frankrijk, Duitsland, Scandinavië, Portugal, Noord-Italië, delen van het voormalige Joegoslavië en Griekenland; ook in Zuid-Azië (behalve Iran) en Thailand. Daarnaast wordt de reiger gevonden in meer geïsoleerde gebieden als Zuid-Afrika en Madagaskar. De broeddichtheid is nergens in Europa zo groot als in Nederland.
De habitat bestaat uit vochtige weiden, sloten, meren, rivieren en de (Wadden-)zeekust. De blauwe reiger broedt in bomen, soms in rietvelden en is tegenwoordig ook te vinden in stedelijke gebieden.