zaterdag 23 mei 2020

Jonge Middelste bonte specht eet in vlieggat

Vanmorgen was de eerste van de jonge Middelste bonte spechten te zien in het vlieggat. Als een van de ouder spechten met voedsel voor het vlieggat kwam was een enkele keer te zien dat een van de jonge vogels in het nest zich enigszins liet zien bij het aannemen van het voedsel.


Na ongeveer 25 en 30 seconden speeltijd is te zien dat een van de jonge vogels voedsel aanneemt.

Beide ouders voeden de jonge kuikentjes en houden het nest schoon. Aanvankelijk worden de jongen vooral met bladluizen gevoerd, later krijgen ze ook andere ongewervelden te eten. Na 20 tot 26 dagen vliegen de juvenielen uit. Als de jongen wat ouder worden komt er behoorlijk wat gekwetter uit het spechten nest. Dit bedelgedrag zet de ouders aan tot voeren. Na drie weken vliegen de jongen uit.

Nadat de juvenielen het nest hebben verlaten, wordt de kroost doorgaans in twee groepen verdeeld, elk begeleid door een van de ouders. De jongen worden nog acht tot elf dagen gevoerd, waarna ze in de nabije omgeving disperseren. Aan het einde van zijn eerste levensjaar is een middelste bonte specht geslachtsrijp. De gemiddelde generatielengte bedraagt 5,2 jaar.

De man voed de jonge in het nest aan de voorkant van de nestopening. Ze gaan het nest alleen nog in om de poep te ruimen.

Het vrouwtje legt drie tot acht eieren, die op houtspaanders worden gelegd. De eieren zijn zuiver wit, want holenbroeders hebben geen schutkleur voor de eieren nodig. Na 16 dagen broeden komen de eieren uit. Als de jongen wat ouder worden komt er behoorlijk wat gekwetter uit het spechtengat. Dit bedelgedrag zet de ouders aan tot voeren. Na drie weken vliegen de jongen uit.

Het vrouwtje en het mannetje komen om en om met voedsel naar het nest.

Beide geslachten hebben een geheel rode kopkap zonder zwarte bies. Bij verstoring of opwinding worden de rode kopveren opgezet. Op het achterhoofd heeft het mannetje meestal een duidelijke grens tussen het rood van de kopkap en het zwart in de nek. Het vrouwtje heeft een iets minder felrood gekleurde kopkap. De overgang tussen het rood en het zwart op het achterhoofd is soms vager en vertoont soms ook gelige of bruinige tinten. Buiten dit verschil, dat niet altijd aanwezig is en in het veld moeilijk is te onderscheiden, bestaat er geen noemenswaardige seksuele dimorfie. Hiermee onderscheidt de middelste bonte specht zich van de meeste andere spechtensoorten.

Een van de jonge spechten komt zover naar buiten dat zijn snavel te zien is.

De middelste bonte specht is een dagactieve vogel. Hij deelt zijn dag in tussen zonsopgang en zonsondergang, maar is minder actief bij slechte weersomstandigheden. De specht is een groot deel van de dag beweeglijk op zoek naar voedsel. Hij houdt zich bij voorkeur op in de middelste en bovenste vegetatielagen van loofbomen. Hierdoor is hij relatief moeilijk te ontdekken wanneer een boom blad draagt. Vroeg in de middag wordt meestal een pauze gehouden, waarin de middelste bonte specht rust, zijn veren glad strijkt of met opgezette veren zonnebaadt. De middelste bonte specht brengt deze periode doorgaans in de bovenste boomkronen door. Reeds voor de schemerperiode verblijft hij in de nabijheid van zijn slaapplaats. Hij brengt de nacht door in een boomholte of soms in een nestkast.

Van rupsen tot een grote meikever, het is allemaal eiwitrijk voedsel.

De nestholte wordt uitgehakt in een boomstam of dikke tak van een loofboom, bij voorkeur in zachte houtsoorten. De middelste bonte specht kiest hiervoor bomen als populieren, wilgen of elzen, maar ook dood of beschimmeld hout. Doorgaans is het mannetje reeds begonnen voordat een koppel is gevormd. Daarna helpt het vrouwtje om het nest verder uit te hakken, al blijft het mannetje het grootste aandeel hierin leveren. In totaal bedraagt de bouwtijd minstens een week, maar meestal twee tot vier weken. In sommige gevallen echter broedt de middelste bonte specht in een eerder gebruikt nest of in die van de grote bonte specht of de kleine bonte specht. In het laatste geval zal de kleine nestholte eerst verder uitgehakt worden.

Met het groeien van de jonge vogels, moeten steeds meer uitwerpselen van de jonge vogels opgeruimd worden.

De middelste bonte specht heeft de typische gewoonte om de nestingang onder een overkapping te maken, zoals een aanhechting van een grote tak of een consolevormige paddenstoel als de echte tonderzwam. Het vlieggat heeft een doorsnede van minimaal 34 millimeter en de nest een breedte van ongeveer 12 centimeter en een diepte tussen de 20 en 35 centimeter. Nestholtes van de middelste bonte specht zijn aangetroffen van een tot meer dan twintig meter boven de grond, maar meestal op een hoogte van vijf tot tien meter. Gemiddeld genomen bouwt de middelste bonte specht zijn nest hoger dan de grote bonte specht.