zaterdag 30 mei 2020

De Gekraagde roodstaart trilt met zijn staart

De Gekraagde roodstaart heeft haast een exotisch uiterlijk met een sneeuwwit voorhoofd en z'n prachtig roestrode borst. De vroeger in Nederland algemeen voorkomende Gekraagde roodstaart is op veel plekken in aantal afgenomen, met name in cultuurbossen en loofbossen. De laatste 30 jaar zijn deze bossen grotendeels aan hun lot overgelaten. Vroeger broedden Gekraagde roodstaarten veel in de wortelstronken van de geknotte, afgehakte eiken. Ze hebben namelijk vrij grote nestgaten nodig. De mannetjes spreiden de vleugels uit tijdens bij de balts voor de nestopening.


De Gekraagde roodstaart man zat vaak verder weg en altijd daar waar wat schaduw te vinden was. Let op het trillen van z'n staart.

Volwassen mannetjes hebben een oranjerode borst, zwarte keel, wit voorhoofd en grijze kruin en mantel. Vrouwtjes zijn minder opvallend getekend en hebben een grijsbruine rug en een beige onderzijde. Beide geslachten hebben een roestrode staart. De Gekraagde roodstaart is vaak in een rechtopstaande positie zittend te zien op een zitpost, waarbij de staart voortdurend trilt. Vanaf deze zitpost jaagt de vogel op insecten die op de grond gevangen worden.

Meestal hebben zij twee legsels met doorgaans 6 tot 7 eieren. Broedduur: 12-14 dagen. Nestelt in grote holen, nissen en nestkasten, meestal slechts op enkele meters boven de grond, en soms ook in de grond. De jongen zitten zo'n 13-15 dagen op het nest. Ze eten vooral insecten, in najaar ook bessen. Dat zoeken ze vooral naar voedsel op de grond, vanaf een zitplaats. Ook net als een vliegenvanger hoger in bomen.

Het Gekraagde roodstaart vrouwtje ging mooi op een paal zitten.

De gekraagde roodstaart is een vogelsoort van oude, parkachtige bossen met weinig ondergroei. Vooral te vinden op de hogere zandgronden en duinen die begraasd worden. Open plekken, oude bomen, graslanden of heiden moeten elkaar afwisselen. Ook in kleinschalig boerenland met oude, lommerrijke erven. Gekraagde roodstaarten zijn holenbroeders, die ook wel van nestkasten gebruikmaken. De gekraagde roodstaart is tegenwoordig niet meer zo algemeen als enkele decennia geleden. Ze broeden in mei en is zeer plaatsgetrouw. Vaak keren ze terug naar de broedplaats van het jaar ervoor.

De Gekraagde roodstaart man zat vaak verder weg en altijd daar waar wat schaduw te vinden was.

Komt voor in gevarieerde, oude gemengde bossen met open plekken (heidevelden, schraalgraslanden of andere open gebieden) met een ruim aanbod van spechtengaten in de bomen. Hoogstamboomgaarden zijn ook favoriet, maar die komen in ons land steeds minder voor. De gekraagde roodstaart komt daarom steeds minder voor in de grote veenweidegebieden en in het rivierengebied. In Noord Brabant is de Gekraagde roodstaart eveneens zeldzamer geworden. Vandaar dat ik er eerder nog geen foto van kon maken.

Momenteel is de trend redelijk stabiel. Maar vergeleken met de jaren ’70 van de vorige eeuw komt de gekraagde roodstaart in het westen en noorden van ons land veel minder voor, hoewel deze soort daar toen ook niet erg algemeen was. Afhankelijk van de situatie in de overwinteringsgebieden zijn er pieken en dalen in de aantallen broedvogels in ons land.