Nadat het jonge vogeltje was opgedroogd en langzaam hoger in de boom was geklommen werd het door de ouders gevoed.
De jonge Middelste bonte spechten was bij het verlaten van het nest in het water van de naastgelegen beekje de Reusel terecht gekomen. Het was drijfnat en koud, zo koud dat het nog een hele tijd bibberde van de kou toen ik het tegen een boom had wegzet. Ik koos daar een zonnig plekje voor, zodat het op zou kunnen warmen. Omdat het nog maar een graad of 10 was, duurden dat nog een hele tijd. Ik maakte mij wel wat zorgen om het vogeltje. Het hing bewegingsloos tegen de boom. Toen ik even ging kijken zag ik dat het zat te slapen, of toch aan het rusten was. Het had z'n snavel tussen de schouders van een vleugel weggestoken. Gelukkig kwam er na een tijdje weer beweging in en begon aan een langzame klimtocht, omhoog de boom in. Daarbij begon het steeds duidelijker naar de ouders roepen.
Toen de roep van de kleine drenkeling zo luid werd dat de ouders het opmerkte was een hereniging snel een feit. Nadat het wat rupsjes kreeg toegestopt kwam er ook weer meer leven in. Nadat de juveniele het nest hebben verlaten, wordt de kroost doorgaans in twee groepen verdeeld, elk begeleid door een van de ouders. De jongen worden nog acht tot elf dagen gevoerd, waarna ze zich in de nabije omgeving verspreiden. Toch zal dit onfortuinlijke jonge vogeltje het niet makkelijk hebben de komende tien dagen. Het kan niet anders dan dat het enigszins verzwakt is geraakt door de onderkoeling. De natuur is hard, al zien wij mensen daar niet zo veel van. Dergelijke ongelukjes blijven normaal onopgemerkt, maar zullen toch vaak voorkomen. Aan het einde van zijn eerste levensjaar is een Middelste bonte specht geslachtsrijp. Laat hopen dat deze jonge specht daar bij mag horen.
Het gaat uitermate goed met de Middelste Bonte Specht in ons land. Sinds twintig jaar is het een jaarlijkse broedvogel uitgegroeid tot vele honderden paartjes, en de uitbreiding gaat nog steeds door. Een nest in 'je achtertuin' behoort tot de uitzonderingen. De Middelste bonte specht houdt van oude hoge bomen in een omgeving met eveneens veel oude bomen, waar het naar voedsel zoekt. Van de negen broedgevallen die voor 1995 bekent waren stammen de meeste uit het Twentse. Vanaf 1996 namen het aantal broedparen in Nederland sterk toe. Na de eeuwwisseling steeg het aantal vlot van enkele tientallen naar vele honderden broedparen. De verspreiding bleef aanvankelijk beperkt tot Zuid-Limburg, gevolgd door Twente, de Achterhoek, het Rijk van Nijmegen en Noord-Brabant. Deze expansie past binnen een uitbreidingsgolf die ook in Duitsland en België opviel. Hij werd bevorderd door het ouder worden van bos en extensiever bosbeheer, met een grotere tolerantie van dood of stervend hout.
De Middelste bonte specht broedt van eind april tot begin juni. Ze hebben meestal één legsel van 5-6 eieren eb broeden 11-14 dagen. Ze hergebruiken vaak hun nestholte, die zich zowel in hardhouten als zachthouten loofbomen kunnen bevinden. Nesten kunnen, ook in Nederland, op goede plekken dicht bij elkaar liggen, binnen 250 meter of minder.