Meest gebruikte roep lijkt op tjiftjaf maar is lager, langgerekter en meer tweelettergrepig.
Zang van de fitis helder dalend riedeltje van zoete, melancholieke klanken. Meest gebruikte roep lijkt op tjiftjaf maar is lager, langgerekter en meer tweelettergrepig. Lijkt erg op roep van gekraagde roodstaart. De Tjiftjaf zingt zijn eigen naam, meestal een oplopend "fwiet", ook wel een dubbel "tsju-lie".
De fitis broedt op de grond of laag in de begroeiing, meestal in droge tot vochtige halfopen landschappen met voldoende opslag, van heide tot bos, moeras en agrarisch gebied. Hij verdedigt zijn territorium op agressieve wijze ten opzichte van soortgenoten. Verblijft in droge tot vochtige halfopen landschappen: heide, bos, agrarisch gebied. Hoewel de fitis laag bij de grond broedt, heeft hij struweel nodig om te foerageren. Vooral insecten, kleine wormpjes, larven, en wat plantenmateriaal. Foerageert lager in struweel dan tjiftjaf.