dinsdag 7 juli 2020

Het Bonte vliegenvanger koppel gaat in bad

Vanmorgen verscheen de Bonte vliegenvanger aan de fotohut. Eerst de man, even later het vrouwtje. Na wat gespetter in het water werden de veren weer glad gestreken. Het vrouwtje heb al eerder kunnen fotograferen bij de voederplaats en het vijvertje voor de fotohut. De man nu dus ook.

De Bonte vliegenvanger man heeft een bijna zwart/wit verenkleed.

De Bonte Vliegenvanger (Ficedula hypoleuca) dankt zijn naam omdat ze net als andere vliegenvangers, vliegjes vangen. Daarmee is het meteen duidelijk dat het insecteneters zijn. Vanaf een zitpost maken ze korte vluchten achter vliegende insecten aan, en vangen deze in volle vlucht. De Bonte Vliegenvanger wordt vooral aangetroffen in half open loof- en gemengde bossen met een gevarieerde structuur. Het meest in het zuiden en oosten van Nederland. Ze eten insecten zoals vliegen, muggen, vlinders en libellen, maar ook oorwurmen en sprinkhanen.

Bonte vliegenvangers zijn holenbroeders en in Nederland broeden ze vrijwel uitsluitend in nestkasten. De soort overwintert in Afrika. De mannetjes gaan het eerst terug om een geschikte nestlocatie te vinden. Als ze terugkomen naar Nederland zijn de nestkasten vaak al bezet door mezen. Soms volgt er tussen de soorten een gevecht van leven en dood om de nestkast. Door het ophangen van meer nestkasten is de bonte vliegenvanger zichtbaar toegenomen. Een mannetje verleidt een vrouwtje om zijn nest te gebruiken door te zingen en te baltsen. De kwaliteit van de locatie is voor het vrouwtje doorslaggevend bij het uitzoeken van een partner.


Veren zijn erg belangrijk voor vogels en hebben meerdere functies zoals vliegen, isolatie, camouflage of pronken en het afstoten van water. Vogels zijn er dan ook zuinig op en poetsen hun veren uitvoerig. Tijdens het poetsen worden stof, vuil en parasieten verwijderd.


Rond de eeuwwisseling werd het aantal broedparen van de bonte vliegenvanger berekend op ongeveer 14.000 tot 18.000 paren. Doordat ze veel gebruik maken van nestkasten, was dat een tamelijk betrouwbare indruk van de populatie. In de laatste tien jaar zit de soort weer in de lift en namen de aantallen toe.

Het Bonte vliegenvanger vrouwtje is bruin / wit gekleurd om zo minder op te vallen.

De bonte vliegenvanger is 12 tot 13½ centimeter groot, iets kleiner dan de huismus. De snavel is zwart en heeft de brede maar puntige vorm typerend voor insecteneters die hun prooi in de lucht vangen. In broedkleed is het mannetje zwart van boven en wit van onder, met een grote witte vleugel vlek, witte pennen aan de zijkanten van de staart en een kleine witte vlek op het voorhoofd, maar de kleur kan verschillen. Sommige mannetjes zijn meer grijsbruin met wit.

Vrouwtjes en juvenielen en mannetjes buiten het broedseizoen hebben dezelfde tekening als de mannetjes tijdens het broedseizoen, waarbij het zwart is vervangen door licht grijsbruin. Het kan moeilijk zijn de soort te onderscheiden van andere zwartwitte vliegenvangers, in het bijzonder de withalsvliegenvanger.