dinsdag 14 juli 2020

Het gaat goed met de Groenlingen

Als je in je tuin zonnebloempitten strooit of op een voedertafel strooit zul je zien dat de Groenlingen er in grote getale op af komen. De mezen voorop, daarna komen de Groenlingen en de vinken. En dat is niet alleen in de winter zo, ook in het broedseizoen en in de zomer maken de vogels dankbaar gebruik van het voedselaanbod. Is voeren in de zomer wel verstandig? Ja, en wel hierom. Doordat de cultuurlandbouw zo goed als tot het verleden behoort zijn ook de meeste graanakkers en de schuren met volgepakte graanoogsten verdwenen. Daarmee is de voedselbehoeften nu zo groot.

De fel gekleurde man van de Groenling.

Het gaat goed met de Groenling. Ze veroorzaken op geen enkele manier overlast en broeden graag in de buurt van mensen die zonnebloemen telen of dagelijks zonnebloempitten strooien. Het aantal Groenlingen in Nederland neemt al een tijd gestaag toe. En het merkwaardige is, dat komt (grotendeels) door de toenemende verstedelijking. Groenlingen houden namelijk niet erg van open gebieden en ook niet van aaneengesloten bos, maar ze gedijen bij de afwisseling van een mooie, groene woonwijk.

Zeker driekwart van de Groenlingen in ons land broedt in groene wijken. Zo ziet u maar: dat natuur-vriendelijk inrichten van de tuin zijn vruchten af werpt. Groenlingen doen we een plezier met een lekkere dichte conifeer (of spar of iets dergelijks) om in te broeden en ze zijn helemaal dol op rozenbottels en zonnebloemen.


Als u in de winter extra zonnebloempitten bij voert krijgt u (vaak) een heel groepje in de tuin. Want ’s winters geldt voor groenlingen: samen eten zoeken, is sneller eten vinden. Ze nemen voor lief dat ze dan per persoon net wat minder hebben. Het voordeel weegt blijkbaar op tegen het nadeel. Maar het is nu helemaal geen winter. Het is nu zomer. Het broedseizoen zit er al op waardoor je weer veel Groenlingen bij elkaar ziet als je zonnebloempitten strooit. Meerdere mannetjes dicht bij elkaar zonder dat ze elkaar naar het leven staan. Mannetjes, vrouwtjes en de jonge van dit jaar, de juveniele, komen gezamenlijk naar de voederplaatsen.

Groenling vrouwtjes.

De Groenling is een gedeeltelijke standvogel. Een groot deel blijft in ons land, de overige trekken naar zuidelijkere oorden. In Oktober is de piek van de trek van de Groenling. De vogels zoeken elkaar op waardoor er grote groepen ontstaan. Je kunt groepen zien met enkel en alleen groenlingen. Maar soms zijn de groepen kleiner en sluiten ze zich aan bij Vinken, Kepen en Geelgorzen. Dit zij allemaal vogels die graag op braakliggende akkers en akkerranden foerageren. Het is een lust voor het oog om zulke groepen te bekijken.

Ook in onze omgeving komen ze voedsel zoeken. Overal waar veel uitgebloede vegetatie bij elkaar staat kun je Groenlingen vinden. In de tuin kun je de Groenlingen lokken met vooral zonnebloempitten. Daar waar natuurorganisaties en gemeentes langs de akkers wilde bloemenstroken ingezaaid hebben met een rijkelijke hoeveelheid zonnebloemen, foerageren de groenlingen tussen de Putters, Vinken en Kepen