zondag 19 juli 2020

Badende Scholeksters op het Kesseven

Vanmorgen zag ik badende Scholeksters op het Kesseven. Het Kesseven (lees; Kesse-ven) is een ven, ten noorden van het kanaal Dessel-Schoten en tussen de Marneffe Dreef en Kijkverdriet in het Gewestbos van Ravels (België). Nadat ik mijn camera uit de fietstas had genomen begonnen beide vogels te baden. Goed dat ik mijn Spiegelreflexcamera met telelens mee had genomen. De afstand tot de vogels aan de overkant van het ven bedroeg ruim 100 meter.

Een koppel Scholeksters aan de overkant van het Kesseven nemen een bad.

Het Ravels Gewestbos wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos, de Belgische Staatsbosbeheer zou je kunnen zeggen. Tot het begin van de 20ste eeuw was Ravels een licht glooiend heidegebied met stuifzanden en talrijke vennen. In 1903 en 1904 werden deze uitgestrekte heidevelden aangekocht door de Belgische Staat. Momenteel treffen we in het Gewestbos van Ravels verschillende landschappen aan. De bossen bestaan uit loof- en naaldbomen. Deze bossen worden afgewisseld met oude vennen, heide, weiden en mooie wegbermen. Eén van de vennen werd omgevormd tot een schilderachtige vijver. Het bekendste ven wordt het Kesseven (lees; Kesse-ven) genoemd. Deze ligt tussen de Marneffe Dreef, Ravels en Kijkverdriet, Ravels.

De scholekster (Haematopus ostralegus) is een zwart-witte steltloper uit de familie der scholeksters (Haematopodidae). Deze vogel heeft een zwart-wit verenkleed, een oranje snavel en oranje poten. Rondom de ogen heeft hij een oranje ring. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 40 tot 45 cm en het gewicht 400 tot 800 gram. Het is een trekvogel.


De broedtijd loopt van half april tot in juli. De scholekster legt meestal drie, soms vier eieren in een nest, gemaakt in een ondiep kuiltje. De eieren zijn gemiddeld 40 x 57 mm groot. Meestal broedt de scholekster op grasland, maar ook op bouwland worden wel nesten aangetroffen. Ook worden nesten gemaakt op met grind bedekte platte daken van (hoge) gebouwen, waar geen gevaar dreigt van grondpredatoren als vos en hermelijn. De eieren komen uit na 25 à 27 dagen broeden. De jongen worden dan nog een poosje gevoerd door de ouders, in tegenstelling tot bij de meeste andere weidevogels.

Het voedsel van de scholekster bestaat uit schelpdieren, wormen en krabben. Bij schelpdieren wordt, voordat de schelp kan dichtslaan, eerst de sluitspier doorgeknipt, waarna de prooi wordt opgegeten. Na een mislukte poging wordt geprobeerd op een harde ondergrond de schelp open te hameren.