zondag 5 juli 2020

Groenling met juveniele naar de voederplaats

Diverse Groenlingen mengde zich tussen de mezen, vinken en andere vogels om een zaadje mee te pikken bij de fotohut. Na een druk voorseizoen, waar ik mij veelal bezig hield met de Zwarte specht, Middelste-, Kleine- en Grote bonte spechten, is het nu tijd om de juveniele te fotograferen. In dit geval, in Netersel aan de fotohut.

De volwassen (adult) Groenling man laat zich de zonnebloempitten smaken.

Het Groenling mannetje is olijfgroen van kleur, vooral op de stuit. De rug heeft een bruine tint en de onderzijde is meer geelachtig. De randen van de vleugel en de meeste staartpennen zijn aan de basis helder geel. De dikke snavel is bijna wit en de poten zijn vleeskleurig. Het wijfje is minder intensief van kleur, zij is meer grijsgroen en haar geel in de veren is veel valer. De juveniel is grijzer dan vrouwtje en de buikzone is meer gestreept.

Nu dat natuurlijke habitat zeldzaam is, bewoont de groenling vooral cultuurlandschappen: als er maar genoeg dichte struiken zijn. Groenlingen eten zaden. In hun stevige snavel trillen ze daarvan al ronddraaiend de vrucht uit de schil en wordt deze opgegeten.

Broedt in halfopen landschappen, veel in de bebouwde omgeving waar grote tuinen zijn met gevarieerd bomen en struiken, maar ook bij bosranden of in bos met veel open plekken. Buiten het broedseizoen ook op akkers en braakliggende terreinen met veel voedsel. Groenlingen eten veel soorten zaden en bessen. In de nazomer vaak terug te vinden op hondsroos, waar groenlingen de rozenbottels eten.

Meerdere juveniele Groenlingen kwamen om te eten en te drinken.