donderdag 24 augustus 2017

Viervlekwielwebspin (Araneus quadratus)

De viervlekwielwebspin (Araneus quadratus) behoort tot de familie van wielwebspinnen. De kleuren kunnen verschillen van roodbruin tot geelgroen, maar toch is de spin makkelijk te herkennen. Je kunt zowel witte, gele, groene, oranje als bordeauxrode exemplaren aantreffen, alsook alle tussenvormen. Er bevinden zich namelijk vier grote witte vlekken op de rug van de spin en de poten zijn gestreept. Meestal zit de spin in het midden van zijn wielweb te wachten op een prooi. Een veel voorkomende prooi is de sprinkhaan. Het web bevindt zich namelijk vaak laag bij de grond in grasland.



Wanneer de vrouwtjes van de viervlekwielwebspin hoogzwanger zijn, zijn het onze grootste wielwebspinnen. Je ziet hun web dan behoorlijk doorbuigen wanneer ze erin komen geklommen. Maar de draden zijn enorm sterk. Zelfs heel grote en sterke insecten zoals libellen en sabelsprinkhanen worden erin gevangen. De spin komt dan uit haar koepelvormige schuilplaats gekropen en zal bijna altijd direct de gifbeet toedienen. Pas dan begint ze de prooi in te spinnen. Buiten haar web is de viervlekwielwebspin echt een onhandig diertje. Ze kruipt traag verder of sukkelt op haar rug en kan dan amper zelf weer op haar buik draaien. Het vrouwtje kan een grootte bereiken van 14 tot 20,5 millimeter; het mannetje wordt slechts 7 tot 11 millimeter.


De soort is te vinden op de heide, in wegbermen, graslanden of braakliggende terreinen, waar ze haar koepelvormige schuilplaats meestal in samengesponnen grashalmen of bladeren maakt. Ze spint haar web bijna nooit hoger dan een halve meter van de bodem. De viervlekwielwebspin is geen zeldzame soort, maar in het ene jaar zul je haar vaker aantreffen dan in het andere.

De spin komt voor in het Palearctisch gebied en heeft twee Europa ondersoorten:
  • Araneus quadratus minimus - Frankrijk, Zwitserland
  • Araneus quadratus subviridis - Spanje