De kruisspin bouwt het verticaal hangende web op enige hoogte en vangt voornamelijk vliegende insecten. De spin wordt zelf gegeten door insecteneters zoals vogels. De levenscyclus is tweejarig; de paring vindt plaats in de herfst en de eitjes overwinteren. In de lente komen ze uit en pas het volgende jaar worden de spinnen volwassen.
Aan het einde van de zomer is de kruisspin volwassen. Eenmaal volwassen maken de spinnen veel grotere webben dan jonge spinnen, waardoor ze goed opvallen. De vrouwtjes blijven in hun web terwijl mannetjes naar een vrouwtje op zoek gaan. De paring is voor een mannetje een hachelijke zaak; hij moet omzichtig te werk gaan om niet als prooi gezien te worden. Het mannetje is aanmerkelijk kleiner dan het vrouwtje en moet haar laten weten dat hij geen prooi is. De paring van spinnen is uitwendig, het mannetje heeft aan de monddelen of pedipalpen een ballonnetje wat de bulbus wordt genoemd. Deze heeft een pipet-achtige werking zodat sperma kan worden opgezogen en later in het vrouwelijke geslachtsorgaan of epigine kan worden afgegeven. Zowel de palp van het mannetje als de epigyne van het vrouwtje hebben bij de kruisspin een precies in elkaar passende vorm, zodat met de palp van een mannelijke kruisspin alleen in de epigine van een vrouwelijke kruisspin kan worden gebracht. Dit wordt nog versterkt door de stekels en haken die de palp draagt. Als de palp is gevuld wordt het als een spermapakketje of spermatofoor ingebracht.
Tijdens de paring probeert het mannetje het vrouwtje zo snel mogelijk te bevruchten, dan loopt hij de minste kans om te worden opgegeten. Als het mannetje weet te ontsnappen kan hij nog een tweede keer paren, de mannetjes worden niet altijd opgegeten.
De voornaamste vijanden van de kruisspin zijn verschillende insectenetende vogels, die de spin uit het web plukken. Ook verschillende andere spinnen zijn vijand, voornamelijk de spinneneters. Dit zijn spinnen die exclusief op andere spinnen jagen en in hun eigen web aanvallen, zoals de soorten uit het geslacht Ero. Daarnaast zijn kruispinnen kannibalistisch en eten kleinere soortgenoten op. Niet alleen mannetjes die met een vrouwtje willen paren moeten uitkijken, ook als twee vrouwtjes elkaar tegenkomen vallen ze elkaar aan en proberen elkaar in te spinnen.