donderdag 11 november 2021

Rode heidelucifer op een oude boomstam

Vanmorgen was het vergeefs zoeken naar de zon. Een wolkendek zorgde er voor dat het landschap weer zijn sombere herfstgezicht toonden. Dat neemt niet weg dat een bos of heidewandeling best mogelijk is. Zo struinde ik vanmorgen over de Grijze Steen, een natuurgebied in Casteren, liggend tussen de Westelbeersedijk en de Groote Beerze. Enkele van de foto's die ik maakte waren van de waren van de Rode heidelucifer, een korstmos.


De Rode heidelucifer (Cladonia floerkeana) is een korstmos

De Rode heidelucifer is een korstmos dat voorkomt op venige en zandige grond en op rottend hout in heiden, stuifzanden en duinen, soms op rieten daken. Rode heidelucifer is geen mos en ook geen paddenstoel, maar een korstmos. Korstmos is een nauwe samenwerking tussen een schimmel met algen. Die samenwerking wordt wel symbiose genoemd. Het schimmelgedeelte is de basis, maar kan geen voedsel maken. Daar zorgen de algen op hun buurt weer voor. De kleur is grijsgroen en ze hebben altijd een rode top. De Rode heidelucifer kan verward worden met Dove heidelucifer.

Deze ‘lucifer’ is staafvormig, rechtopstaand, onvertakt of bovenaan fijn vertakt. Onderaan de takjes bevinden zich veel blaadjes. Deze korstmossoort is gemakkelijk te verwarren met de rode heidelucifer. Het is één van de circa 350 korstmossoorten op aarde, waarvan er circa 50 in Nederland voorkomen.


Het is één van de circa 350 korstmossoorten op aarde, waarvan er circa 50 in Nederland voorkomen. 20 van deze soorten staat op de Rode Lijst. Het Rode bekermos is het algemeenst van deze rode korstmossen maar de iets schaarserre Rode heidelucifer (Cladonia floerkeana) kun je ook regelmatig tegen komen. Deze Cladonia-soort wordt 1 à 2,5 cm hoog, is meestal onvertakt (behalve aan de top) en heeft een grijsgroene korrelige structuur met een felrood kopje bovenop.

Een korstmos is een schimmel en bestaat uit schimmeldraden die een alg omkapselen. Korstmossen zijn dus samenlevingsvormen van algen en schimmels. Algen of wieren zijn eenvoudige organismen die via het licht koolstofdioxide omzetten in koolhydraten zoals glucose (fotosynthese). De korstmossen profiteren hiervan want een korstmos heeft geen fotosynthese en kunnen zelfstandig geen glucose en zetmeel aanmaken. Korstmossen wordt ook nooit aangetroffen zonder een alg terwijl algen wél in hun eigen levensbehoefte kunnen voorzien. Korstmossen hebben geen stengels, bladeren, bloemen of wortels, maar schimmeldraden.