Vanmorgen wandelde ik door de bossen van Ten Vorsel. Omdat daar veel Amerikaanse eik voorkomt kleurt de herfst daar uitbundig. Jammer dat de afgevallen bladeren van de Amerikaanse eik de bodem volledig afdekken. Zo zijn veel paddenstoelen aan het oog onttrokken. Op een enkele oudere honingzwammen na, zag ik ook nog wat ander zwammen. Maar die vond ik in het naaldbos van het landgoed ten zuiden van Bladel.
De bladeren van de Amerikaanse eik zijn langwerpig en kunnen tot 20 cm lang worden. Ze hebben een wigvormige bladvoet en vier tot vijf spitse, getande lobben. De uiteinden lijken kleine kammetjes. De bladstelen zijn geel en 2-5 cm lang. De bladkleur wordt van bleekgeel tot donkergroen aan de bovenzijde en bleekgrijs aan de onderzijde. In de herfst zijn de bladeren dofrood of roodbruin. De Amerikaanse eik is aangeplant zowel op rijke als arme en droge zandgronden, en groeit niet of slecht op kleigronden en op basische gronden (met een hoge pH, kalkrijke gronden). In zijn oorspronkelijke verspreidingsgebied (noordoost-Amerika) komt hij voor van Nova Scotia en Maine, van Ontario en Minnesota zuidelijk via Iowa en Oklahoma tot Alabama en noordelijk Georgia.
De Paarse Knoopzwam (Ascocoryne sarcoides) is een algemene paddenstoel die op dood loof- en naaldhout voorkomt. De Paarse Knoopzwam wordt meestal gevonden in het imperfecte stadium, waarbij de vruchtlichamen knop- tot kussenvormig gevormd zijn. In het perfecte stadium zijn deze schijf- tot tolvormig gevormd. De vorm sluit de gelijkende Zakjestrilzwam ( Ascotremella faginea ) uit, welke hersenvormig is. De kleur is vleeskleurig tot donkerpaars. De Paarse Knoopzwam is donkerder gekleurd dan de gelijkende Roze Knoopzwam( Neobulgaria pura ) welke (licht)roze tot licht vleeskleurig is.
De ongeslachtelijke fase (het anamorfe of imperfecte stadium) van een schimmel, die bij ascomyceten voorkomt. Teleomorf is de geslachtelijke fase van de schimmel. Gezien teleomorf en anamorf uiterlijk op geen enkele wijze op elkaar lijken was het tot ver in de 20e eeuw vaak niet mogelijk een koppeling te zien tussen de beide stadia. Dit heeft tot de vreemde, maar tot vandaag taxonomisch geaccepteerde situatie geleid dat twee verschillende levensstadia van een en dezelfde schimmel in verschillende 'soorten' ingedeeld werden en daarmee ook verschillende namen kregen.
Oranje aderzwam is een in Nederland zeer algemene zwam, een zwam die op een korstmos gelijkt.. De korstvormige vruchtlichamen zijn te vinden van september tot en met december op dode stammen, stronken en dikke takken van diverse loofboomsoorten. De korst is vooral aan de randen helder oranje, daarbinnen veelal vleeskleurig of grijzig. De rand is gewimperd en het geheel radair gegroefd. De korstplakkaten zijn onregelmatig van vorm en bereiken een diameter tot enkele decimeters. Er vindt geen hoedvorming plaats. Sporen zijn wit. De Oranje aderzwam veroorzaakt witrot.
De Muizenstaartzwam of Muizenstaartzwammetje komt voor op de kegels van sparren en dennen. Dit zwammetje kan je heel soms zelfs tegenkomen op verbrand naaldhout. Meestal groeit deze soort in naaldbossen op zanderige ondergrond. Dit piepkleine zwammetje woont in de kegels van sparren en dennen. De hoed van de muizenstaartzwam is gewelfd tot bijna vlak. De diameter van de hoed is ongeveer 1 tot 3 cm breed. De paddenstoel is glad en mat. De kleur is bleek bruin tot hazelnootbruin. De muizenstaartzwam heeft een lichte randzone. De lamellen zitten dicht op elkaar en zijn wat wittig. De steel is ongeveer 1 tot 5 centimeter lang en 1 tot 2 millimeter dik. De steel is uitlopend tot een harige wortel. Het vlees is een beetje bruinig. De geur ruikt vrij muf.