Het Zwavelgeel schijfzwammetje (Bisporella sulfurina) is erg klein, het is maar 0,5-1,0 mm breed
De hoedjes van het Zwavelgeel schijfzwammetje, die varieren van vlakke schijfjes tot opkrullende bekertjes, zijn maar 0,5-1,0 mm breed, aanvankelijk urnachtig, centraal concaaf, overgaand in kussenvormig tot schijfvormig; hymenium kaal, heldergeel tot citrien, licht doorschijnend; buitenkant gekleurd als de schijf of bleker; marge min of meer gelijk, zonder haren; zachte randen, vlezig geelachtig. Een hele opsomming van de eigenschappen van een erg klein bekervormig zwammetje, dat is erg duidelijk.
Zie ook https://www.verspreidingsatlas.nl/0566040. Daar staat beschreven; "Saprotroof, meestal op vruchtlichamen van Kernzwammen (Pyrenomyceten) op dode takken en twijgen van diverse loofbomen, vooral in loofbossen op relatief voedselrijke bodem. Te herkennen aan de zwavelgele vruchtlichamen, meestal tot 1 mm groot; sporen 9-10x2 ìm." De donker blauwe zwammetjes zullen wel oude exemplaren zijn. Microscopische controle is nodig voor zekere determinatie.
