zaterdag 27 november 2021

Honingbijen overwinteren in een takkenwal

Vanmorgen zag ik Bijen honingraten hangen in een takkenwal bij onze schuur in Netersel. Waarschijnlijk zijn die de afgelopen zomer uitgezwermd uit de bijenkasten die de buurman achter in ons weiland heeft staan. De bijen zitten open en bloot, en moeten de weersomstandigheden trotseren die ze ook vannacht hebben doorstaan. Dat ik ze niet eerder heb gezien, komt waarschijnlijk doordat er brandnetels voor groeiden. Die zijn vannacht door de vorst slap geworden en door de sneeuw weggezakt. Bijen maken een soort antivries stofje aan uit de suikers die ze uit de honing halen. Ze bouwen zo een bescherming op tegen bevriezing.


'Honingbijen overwinteren in een takkenwal' was een van de items bij Stuifmail van Frans Kaptijns bij Omroep Brabant Radio.

De meest voorkomende bijensoort is de honingbij. Anders dan de andere soorten zijn honingbijen het hele jaar aanwezig, dus ook in de winter. Ze leven in grote volken van ongeveer 10.000 bijen in de winter tot 40.000 in de zomer. In het volk leeft de koningin, een grotere bij die eitjes legt. Haar aanwezigheid zorgt ervoor dat alles in het volk goed funktioneert. Honingbijen verzamelen nectar net als alle andere soorten bijen. Maar ze halen veel meer dan ze dagelijks nodig hebben. Het overschot slaan ze op als honing in zelfgemaakte raten. Met de aangelegde voorraad kan het volk de wintermaanden overleven als het koud is en er geen bloemen zijn. Honingbijen kwamen vroeger in ons land in het wild voor. Door gebrek aan holle bomen en andere plekken om te kunnen wonen, plus het gebruik van bestrijdingsmiddelen, ziekten en te weinig voedsel, zijn er nagenoeg geen wilde honingbijenvolken meer.

Honingbijen overwinteren als volwassen bijen in een kolonie. Maar de mannetjes, de darren, overwinteren niet mee. Zij zijn verjaagd en vaak gedood door de werksters, omdat hun taak er al op zit en ze in de winter geen bijdrage meer kunnen leveren aan de kolonie. Werksters zitten in de winter met tienduizenden opeen gepakt in een gedeelte van de korf waarin zich de voorraden honing en stuifmeel van de kolonie bevinden. In het midden zit de koningin, verwarmd door de omringende bijen, die honing eten en warmte opwekken door hun vleugelspieren te bewegen. Hoe kouder het is, hoe dichter ze tegen elkaar aankruipen. De interne thermostaat in de bijenkast houden ze zo op 15 à 25°C, ongeacht de buitentemperatuur. Af en toe wisselen ze van plaats zodat ook de buitenste laag bijen weer kan opwarmen. Pas als de dagen beginnen te lengen beginnen de bijen die dichtbij de koningin zitten, haar te voederen met koninginnenbrij. Dat levert haar de eiwitten die ze nodig heeft om eieren te beginnen leggen en dan is de lente begonnen.


Imkers houden bijen in kasten en korven. Eenvoudig voor de lol omdat ze gefascineerd zijn door het leven van het bijenvolk, of om ze in te zetten voor de bestuiving van allerlei voedselgewassen. Bijenvolken groeien in het voorjaar enorm in aantal bijen. Wordt het volk te groot, dan splitst het zich door uit te zwermen. De helft van het volk vertrekt om elders een woonplek te vinden.