Lockheed C-130-30H Hercules transportvliegtuig
De Lockheed C-130-30H Hercules met registratienummer G-275 en constructie nummer 5275 type 382-50F werd in januari 1995 afgeleverd. Afleveringsvlucht naar vliegbasis Melsbroek (nabij Brussel) dateert van december 1995, en werd in sinds februari 1996 in dienst genomen door het 334 Squadron, en later het 336 Squadron dat op Vliegbasis Eindhoven is gestationeerd.
De Nederlandse Koninklijke Luchtmacht maakt ook gebruik van dit toestel. Het type Hercules dat in Nederland wordt gebruikt is de C-130H (twee stuks in 2010) en C-130H-30 (twee stuks) ingedeeld bij het 336 squadron te vliegbasis Eindhoven. De toevoeging -30 geeft aan dat het een verlengde uitvoering betreft. De Hercules wordt over het algemeen gezien als de meetlat voor alle andere (tactische) transportvliegtuigen en is inmiddels een klassieker in de luchtvaartgeschiedenis. Het toestel wordt nog steeds voor vele taken gebruikt.
Veelvuldig wordt gebruikgemaakt van C-130 Hercules-toestellen in het kader van de humanitaire missies van B-Fast. De C-130 wordt ook ingezet ter ondersteuning van de ISAF-operatie op de luchthaven van Kabul, Afghanistan.
Links: Belgische General Dynamics F-16AM Fighting Falcon FA-107. Rechts: Nederlandse General Dynamics F-16AM Fighting Falcon J-017.
In 1972 stelde de Amerikaanse Luchtmacht (USAF) specificaties op voor een nieuw te ontwikkelen lichtgewicht jachtvliegtuig bedoeld voor het luchtgevecht. Op basis daarvan werden door General Dynamics (YF-16) en Northrop (YF-17) prototypes ontworpen.
Daarbij maakte General Dynamics gebruik van geavanceerde aerodynamische technieken en bewezen betrouwbare systemen, zoals die inmiddels waren toegepast in de F-15 en de F-111. Voor het eerst werd het 'fly-by-wire' systeem toegepast; elektronische besturing in plaats van traditionele besturingskabels. Het prototype van de F-16 maakte in januari 1974 zijn eerste vlucht. Een jaar later koos de USAF voor het ontwerp van General Dynamics, dat in 1998 door Lockheed Martin werd overgenomen.
De F-16 bij de Koninklijke Luchtmacht:
Met de selectie en werving van de F-16 werd reeds eind jaren '60 een begin gemaakt. In 1975 viel de beslissing. De invoering van de F-16 gebeurde in een samenwerkingsverband, het zogeheten 'Multinational Fighter Program F-16' waaraan behalve Nederland ook de Verenigde Staten, Belgiƫ, Denemarken en Noorwegen deelnamen. In 1975 viel de beslissing en Nederland plaatste de eerste order van 102 toestellen ter vervanging van de F-104G; gevolgd door een tweede serie van 111 toestellen in 1980, die de NF-5 moest vervangen.
Fokker werd verantwoordelijk voor de productie van Nederlandse en Noorse F-16's. In juni 1979 startte de aflevering aan de Koninklijke Luchtmacht (KLu). Het laatste toestel werd in februari 1992 afgeleverd.
Om de F-16 aan te passen aan de voortgang van de technische ontwikkelingen werd in 1987 het Operational Capabilities Upgrade (OCU) programma doorgevoerd. Het einde van de Koude Oorlog stelde andere eisen aan het materieel en eind jaren '80, ruim drie jaar voordat de laatste F-16 aan de KLu werd afgeleverd, dacht men al na over de vervanging of verjonging van dit type rond het jaar 2000. Gekozen werd voor verlenging van de operationele levensduur door middel vaneen Mid-life update (MLU) moderniseringsproject. Kon de OCU F-16 worden ingezet voor luchtverdediging onder gunstige weersomstandigheden, het aanvallen van gronddoelen en het uitvoeren van luchtverkenning, de MLU maakte een uitbreiding van taken mogelijk waardoor de inzetbaarheid tot 2010 werd zeker gesteld. Op 2 april 2003 werd de 139e gemodificeerde F-16 door de Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten in ontvangst genomen.
De General Dynamics F-16AM Fighting Falcon Jachtvliegtuigen / Jachtbommenwerpers zijn uitgerust met dummy raketten.
Bewapening: 1 GE M61 20 mm kanon, meestal 2 Sidewinders. Diverse ophangpunten voor bommen, raketten, napalm tot een max. gewicht van 5200 kg. De Koninklijke Luchtmacht zou uitsluitend F-16A en F-16B verkrijgen al werden die wel enige keren gemoderniseerd met Mid Life Update programma’s.
Deze McDonnell Douglas KDC-10-transportvliegtuig (T-235) draagt de naam van luchtvaartpionier Jan Scheffer.
De McDonnell Douglas KDC-10 is het grootste transportvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht. Het kan grote hoeveelheden vracht en personeel snel en over lange afstanden vervoeren. De KDC-10 doet ook dienst als vliegend tankstation. Ze kunnen niet alleen de eigen F-16's en F-35's in de lucht bijtanken, maar ook toestellen van andere landen. KDC-10’s kunnen andere vliegtuigen in de lucht bijtanken (air-to-air refueling). Dit gebeurt uit de eigen brandstofvoorraad. De K van KDC-10 is een internationaal gebruikt teken om aan te geven dat een vliegtuig een tanker is.
Bijtanken in de lucht gebeurt met behulp van het RARO-systeem (remote aerial refueling operator). Dit systeem bestaat onder meer uit 5 camera's en een zogenoemde boom. Dit is een smalle, 8 meter lange tankbuis die uit de achterkant van het toestel naar buiten is uit te schuiven tot een maximumlengte van 15 meter.
Ook de burgerluchtvaart maakt een draai over het natuurgebied.
Ook de burgerluchtvaart maakt een draai over het natuurgebied. Al tijdens het opstijgen draaien de toestellen in de richting van de bestemming. Deze drie toestellen worden gebruikt om passagiers van Eindhoven Airport naar hun vakantiebestemming te brengen en ook weer terug naar Eindhoven Airport.
Het toestel van TUI is een Boeing 737-8K5, die gestationeerd is in Belgiƫ, maar is geregistrre in Amsterdam (TUI Nederland NV).
Het Wizz Air toestel is een Airbus A321 - MSN 8712, met het registratienummer HA-LVA, geregistreerd in Hongarije.
Het Ryanair toestel is Boeing 737-8AS. Het registratienummer: EI-DCE, geregistreerd in Schotland.