dinsdag 9 juli 2019

De Watersnuffel zit op voedselarme vennen

Vanmorgen zag ik een aantal Watersnuffel mannetjes vlak bij het water op de Neterselse Heide. om het verschil tussen man en vrouw te laten zien heb is van het vrouwtje een archieffoto toegevoegd. Door de demping van slootjes heeft de heide veel waterplassen teruggekregen. Dat is goed voor het libelle bestand.

Watersnuffel mannetje

De watersnuffel (Enallagma cyathigerum) is een 29 à 36 mm grote juffer uit de familie van de waterjuffers (Coenagrionidae). De watersnuffel kan waargenomen worden vanaf begin mei tot in oktober meestal bij stilstaand water. Watersnuffel leven met name op en bij voedselarme, vooral stilstaand water, maar ook op zwakstromende. Massaal op zure vennen. Mannetjes Watersnuffel vliegen pal over het water, de vrouwtjes zijn in de vegetatie te vinden. Bij de vrouwtjes is het borststuk en achterlijf eenkleurig.

De watersnuffel heeft een kenmerkende borststuktekening. De lichte schouderstreep is minimaal even breed, maar meestal breder dan de zwarte schoudernaadstreep die eronder ligt. Bovendien is aan de basis van de tweede zijnaad geen kort streepje aanwezig. Alleen op de eerste zijnaad bevindt zich een dergelijk streepje. Bij andere blauwe juffers zijn beide streepjes aanwezig. Het mannetje is blauw, met een relatief beperkte zwarte tekening op het achterlijf. De tekening op de bovenzijde van segment 2 is variabel, maar meestal in de vorm van een paddenstoel (of 'atoombommetje'). De segmenten 3, 4 en 5 hebben zwarte vlakjes bij de achterrand, die ongeveer een kwart van de segmentlengte innemen. Segment 6 is ongeveer voor de helft zwart, segment 7 vrijwel geheel, terwijl segment 8 en 9 geheel blauw zijn. Sporadisch komen mannetjes voor die een uitgebreidere zwarte tekening hebben.

Watersnuffel vrouwtje (foto uit mijn archief).

Bij de vrouwtjes hebben de achterlijfssegmenten een tekening met brede zwarte torpedovormige figuren. De lichte delen van borststuk en achterlijf zijn eenkleurig geel, bruin, groen of blauw. Aan de onderkant van segment 8 steekt een doorntje naar achteren (de vulvaardoorn), die bij waterjuffers van het geslacht Coenagrion ontbreekt. De lichaamslengte van volwassen dieren ligt tussen 29 en 36 mm. De larven zijn vrij klein (20 - 25 mm.), met 6-7 mm lange afgeronde achterlijfaanhangsels (procten) die vaak donkere banden (max. drie) hebben ter hoogte van de nodaallijn. Deze nodaallijn is zonder een duidelijke bocht richting de basis van de proct en hooguit licht S-vormig gebogen. Larvenhuidjes zijn vaak lichtbruin en bijna doorzichtig.


De Watersnuffel heeft een lange vliegtijd, van begin mei tot in oktober, met de hoogste aantallen in juni, juli en augustus. De watersnuffel komt vooral voor op zandgronden bij allerlei stilstaande wateren met relatief veel open water, zoals grote vennen maar ook andere grotere wateren. De grootste dichtheden zijn te vinden bij voedselarme zure vennen en hoogvenen. Grote aantallen watersnuffels zijn hier een indicator voor verzuring. In de duinstreek is de soort algemeen bij matig voedselrijk, helder water in waterwingebieden (infiltratieplassen). Bij andere voedsel- en vegetatierijke wateren is hij zeldzamer, evenals bij zwak stromend water en bij kleine wateren.