maandag 9 december 2019

Witte tandzwam (Schizopora paradoxa)

Vanmorgen dacht ik het even droog te houden. Mijn plan was om met de fiets naar het Beleven te gaan, maar toen het een beetje begon te regenen bedacht ik mij en besloot nog een stukje door een zandpad te rijden van het bosje aan aan de Ziekbleek, dat van de Kattenbos naar de Bakmannen loopt. Langs dat pad vond ik deze Witte tandzwam die voor een groot deel aan de onderkant van afgevallen dennenhout groeit.

Witte tandzwam (Schizopora paradoxa)

De Witte tandzwam en de Splijtende tandzwam (Schizopora paradoxa en S. radula) zijn dubbelgangers die in het veld niet van elkaar zijn te onderscheiden. Het zijn witte gaatjeszwammen waarvan de poriënwanden na verloop van tijd uiteenvallen waardoor een tandvormig uiterlijk ontstaat. Dit gaat mogelijk bij de Witte tandzwam sneller, maar dit vormt geen bruikbaar determinatiekenmerk. Het enige betrouwbare kenmerk zijn de grotere sporen van de Witte tandzwam: gemiddelde sporenlengte groter dan 5,5 µm bij de Witte tandzwam en kleiner dan 5,5 µm bij de Splijtende tandzwam. Het verdient aanbeveling rijpe sporen te meten afkomstig uit een sporee (op een objectglaasje). Beide soorten worden soms ook in het geslacht Hyphodontia ondergebracht.


Microscopische controle is nodig voor zekere determinatie van deze soort. De Splijtende tandzwam (Schizopora paradoxa en S. radula) die ik 30 januari van dit jaar in de bossen van Eersel vond heb ik wel microscopisch laten onderzoeken, met een positief resultaat. De Splijtende tandzwam is ook veel zeldzamer als de Witte tandzwam. Van de Splijtende tandzwam zijn er tussen 1990 en heden slechts 191 vindplaatsen geregistreerd, van de Witte tandzwam zijn dat 903 vindplaatsen of atlasblokken, zo als dat officieel heet.

Deze witte variant laat ik niet onderzoeken. Ik ben niet de enige die dat niet laat doen. De Witte tandzwammen die op waarneming.nl zijn aangemeld zijn geen van alle goedgekeurd. Hoewel 903 vindplaatsen in 30 jaar over heel Nederland geen grote hoeveelheid is, staat dat in schil contrast tot de 191 van de Splijtende tandzwam, en zeker de 15 van de Opkrullende tandzwam, die ik op drie verschillende plaatsen vond.