zondag 1 december 2019

De Groote Beerze na een nachtvorst

Gisteren hing er een dikke mist over de Brabantse Kempen. Een kleine wereld, een grijze wereld en met rijp bedekte begroeiing. Vanmorgen was de dikke mist niet aanwezig, wel een grijze wereld en met rijp bedekte begroeiing.

Het riet in de Groote Beerze bij de zandvang is afgemaaid.

De meest gebruikte moerasplanten in helofytenfilters zijn riet, biezen, zeggen en lisdodde. Deze snelgroeiende planten zijn goed bestand tegen de afvalstoffen in het water. Helofytenfilters behoren tot de natuurlijke zuiveringssystemen die aan de strenge regels van waterzuivering kunnen voldoen. Het water dat met een helofytenfilter gezuiverd is, is niet drinkbaar, maar wel te gebruiken voor het doorspoelen van het toilet of het irrigeren van planten.

Hoge waterstanden na weken met veel neerslag, Gelukkig zitten de schapen goed in de wol.

Weken, zo niet al enkele maanden met veel neerslag hebben er toe bijgedragen dat de sloten, beken en rivieren weer goed gevuld zijn. Ook de grondwaterstanden zijn weer flink gestegen, wellicht tot normale hoogte. En dat is goed nieuws voor de natuur. verdroging leidt immers tot achteruitgang van de natuur en van de land en tuinbouw gronden. Water is de eerste levensvoorwaarde van leven en een goede instandhouding van een gezond leven. Of dat nu voor de planten of voor Mens en dier is maakt niet uit. Droogte leidt tot een verslechtering voor de plantengroei, en dat is de eerste fase in de voedselketen.

"Schaapje schaapje heb je dikke wol?", leren de kleine kindjes zingen. Die dikke wol is nodig om de schapen warm te houden in koude jaargetijden. En, dikke wol hebben de schapen die in de weilanden van Brabants Landschap grazen. De schapen in deze wei zijn hier ondergebracht om de nachten en de weekenden door te komen. Door de week worden ze naar de heide gebracht om daar te grazen.

Links; Roodbruine schijnridderzwam - Lepista flaccida. Rechts; Gele korstzwam - Stereum hirsutum

De Roodbruine schijnridder heeft een fraaie, okerkleurige tot roodbruine kleur en is vaak wat vlekkerig. De hoedrand is stomp en opvallend ingerold, later golvend en uiteindelijk recht. Het centrum van de hoed is trechtervormig verdiept.De lamellen staan dicht opeen en lopen duidelijk op de steel af. Ze zijn wittig, later wat gelig. Steel zonder velum, iets korter dan de hoeddiameter, droog, overlangs vezelig en bleek rossig tot oranjebruin gekleurd.
Je vindt de Roodbruine schijnridderzwam vaak op dichte lagen strooisel in naald- en loofbossen.

Deze schijnridder kan verward worden met de Slanke trechterzwam (blijvend witte, niet dicht opeenstaande lamellen en blekere steel) en de Valse hanekam (viltiger hoed, gevorkte, feloranje gekleurde lamellen).

De Gele korstzwam is een algemene paddenstoelsoort die over bijna de hele wereld voorkomt. In de opeenvolging van zwammen op dood hout is het vaak de allereerste soort die verschijnt en een omgevallen boomstam of een afgevallen dikke tak bedekt met golvende of schelpvormige, okerkleurige of oranjegele vruchtlichamen. Dikwijls betreft het dan eiken- of beukenhout, minder vaak hout van andere loofbomen, en slechts in zeldzame gevallen hout van spar of den. De vruchtlichamen kunnen wel gedurende drie opeenvolgende jaren op een stobbe verschijnen om uiteindelijk door andere schimmels te worden verdrongen. De bovenzijde van jonge "hoedjes" is viltig behaard, later worden ze meer glad.

De gele korstzwam fungeert als gastheer voor bepaalde soorten trilzwammen, met name de gele hersentrilzwam (Tremella aurantia) en de bruine trilzwam (Tremella foliacea). De paddenstoel veroorzaakt witrot. Tussen mycelia van de soort die tot verschillende individuen behoren, kan antagonisme bestaan. Zulke individuen beconcurreren elkaar wanneer ze in één stam voorkomen en de hyfen komen niet dicht in elkaars buurt. Door het uitscheiden van bepaalde metabolieten beconcurreert de paddenstoel ook andere schimmelsoorten, zoals de glimmerinktzwam en de zwerminktzwam.


Links; Honingzwam (G) - Armillaria. Rechts; Mycena onbekend - Mycena spec.

Honingzwam (Armillaria) is een geslacht van zwammen, behorend tot de orde Agaricales. De schimmels leven in de wortels van bomen. Aanvankelijk werd slechts de soort Armillaria mellea onderscheiden, maar inmiddels is het geslacht in circa veertig soorten onderverdeeld. De naam honingzwam wordt ook meer specifiek gebruikt voor de echte honingzwam (Armillaria mellea) Enkele soorten: Echte honingzwam (Armillaria mellea) Sombere honingzwam (Armillaria ostoyae).

Mycena is een geslacht dat behoort tot de plaatjeszwammen. Het geslacht omvat soorten met middelgrote tot kleine paddenstoelen. Ze hebben een kegel- tot klokvormige hoed met vaak gevoorde, rechte rand, die bij het rijper worden niet naar binnen omkrult. De steel is dun en heeft geen manchet. Sommige soorten hebben melksapbuizen in de steel waardoor bij doorbreken een wit of rood sap naar buiten komt.

Winterse sferen in natuurgebied Grijze Steen, Casteren.

Natuurgebied Grijze Steen ligt op grondgebied van Casteren. Het gebied ligt in het Dal van de Groote Beerze, een beheerseenheid van het Brabants Landschap die 298 ha groot is en bestaat uit een aantal terreinen in het dal van de Grote Beerze tussen Bladel en Westelbeers. Het omvat de gebieden Beersbroek en Steenselaarbeemden aan de westkant van het riviertje, en het gebied Grijze Steen aan de oostkant. De eerste twee gebieden zijn kleinschalige cultuurlandschappen met wat stukjes bos en weiland, en houtwallen. Het Beersbroek kent ook schraalgraslandjes met in de zomermaanden; Dotterbloem, Poelruit, Moerasviooltje, Klein glidkruid, Kleine valeriaan, Brede orchis, Blauwe knoop en Spaanse ruiter. De Grijze Steen bevat nog een heideveldje, waar ook Klein warkruid, Moeraswolfsklauw, Zonnedauw en Klokjesgentiaan valt aan te treffen.