Het Geelbruin mosklokje is een schimmel uit de stam der steeltjeszwammen.
Het vruchtlichaam van het Geelbruin Mosklokje is een relatief kleine, geheel geelbruine paddenstoel. De hoed is aanvankelijk klokvormig en later uitgespreid. De lamellen en tussen-lamellen zijn wijd uitstaand. Hierop groeien cystiden die aan de bovenzijde knopvormig verbreed zijn. De steel is bedekt met witte vezels. De sporen zijn roestbruin en hebben een wratachtig uiterlijk. Het Geelbruin mosklokje groeit voornamelijk tussen mossen op takken van loofbomen.
De gladde hoed is klokvormig tot gewelfd en meet Ø 4 tot 15 mm, en is vochtig doorschijnend gestreept, vuil honinggeel, droog geel- of okerbruin en okerbruine lamellen.
De steel varieert van 15 tot 40 met een dikte van 1 tot 2 mm, bleek gelig-oker, met een berijpte steeltop en een donkere basis. Tussen mossen op bemoste stammen en takken en op de grond.