zondag 29 december 2019

Nijlganzen op een bevroren Beleven

Vanmorgen was het landschap weer wit van de aangevroren rijp. Ook vormde zich wat ijs. Er zaten niet veel ganzen in het water of op het nog dunnen ijs. Mogelijk houden ze er niet van om hun voeten nat en koud te maken, ze eten immer gras. En dat hoeven ze niet in het koude water te zoeken.

 Nijlganzen in Reusel op een bevroren Beleven

De Nijlgans (Alopochen aegyptiaca), ook wel vosgans genoemd, is een eend-achtige vogel uit de familie Anatidae (zwanen, ganzen en eenden). In deze familie wordt de soort in de onder-familie Tadorninae (halfganzen) geplaatst. Dit zegt meteen iets over het formaat. De naam nijlgans is verwarrend, want hij behoort niet tot de onder-familie Anserinae (zwanen en ganzen). De oude Egyptenaren beschouwden de nijlgans als een heilig dier en beeldden hem regelmatig af in hun kunst.

De lichaamslengte bedraagt 63 tot 73 cm en het gewicht 2,5 kg. Het verenkleed van beide geslachten is gelijk. De nijlgans leeft voornamelijk op het land, hoewel hij goed kan zwemmen. De nijlgans eet zaden, bladeren, grassen en stengels. Af en toe eet dit dier sprinkhanen, wormen en andere kleine dieren. In het broedseizoen verdedigt hij een territorium, soms zelfs agressief, maar ook onderling zijn ze weinig verdraagzaam. Die agressiviteit is trouwens het handelsmerk van deze ganzen. Ze passen brute kracht toe om het nest van een andere vogel in te pikken - waarvan vooral grauwe ganzen, maar ook roofvogels, kraaien, eenden en dergelijke, slachtoffer zijn - en om de kleintjes van andere eend-achtigen te verdrinken.


Deze soort komt algemeen voor in Afrika in het dal van de Nijl, maar verder door het hele continent ten zuiden van de Sahara. De leefgebieden liggen langs meren, rivieren en in moerassen. De vogel mijdt gebieden met woestijnen en dichte bossen.

Ontsnapte siervogels vormden na de jaren 1960 verwilderde populaties in Oostenrijk, BelgiĆ«, Denemarken, Nederland, Groot-BrittanniĆ« en de Verenigde Arabische Emiraten. Zij leven daar als exoten. In Nederland komt de nijlgans sinds 1967 voor als exoot. Omstreeks 1999 bedroeg het aantal broedvogels 4500 tot 5000 paar en omstreeks 2009 bedroeg dit aantal 10.000 tot 13.900 paar. Het tempo van toename lag rond 1980 bij de 25% per jaar en vlakte rond 2010 af tot 6% per jaar. In de vogelatlas van 2018 wordt het aantal broedparen ingeschat op tussen de 6900 en 11400 paren.

De nijlgans heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op uitsterven gering. De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. In Afrika wordt er veel op de vogel gejaagd en daar nemen de aantallen af. Het tempo van de achteruitgang ligt onder de 30% in tien jaar (minder dan 3,5% per jaar).