De Grote Gele Kwikstaart zoekt op de mistige Groote Beerze naar voedsel.
Grote Gele Kwikstaarten broeden in West, Midden en Zuid Europa. Nederlandse vogels trekken deels weg, maar een ander deel overwintert en wellicht arriveren er nog noordelijker vogels die de winter hier doorbrengen. In de broedtijd zijn ze gebonden aan snelstromende beken, in de winter is dit niet het geval, en dan kunnen ze zelfs in steden worden aangetroffen. Grote gebouwen met plassen op het dak vormen dan een aantrekkelijk biotoop.
Grote Gele Kwikstaarten broeden ook in Nederland, in de provincies Overijssel, Gelderland, Brabant en Limburg; in totaal 240-300 paar. Incidenteel vinden in Drenthe broedgevallen plaats (bijvoorbeeld in 2007 in het Noorder Dierenpark).
De Groote Beerze gehuld in vorst en mist.
De Groote Beerze is de grootste rivier in de Brabantse Kempen. De Groote Beerze ontspringt in Lommel en stroomt nabij de Belgische grens Bladel binnen. Zoals alle rivieren begint het met een sloot, die dan aanwast tot een waterloop. In Bladel heet de waterloop nog AA, later ter hoogte van Ten Vorsel wordt het Goorloop, en aan de weg Goorland (Bladel) en De Vliegert (Hapert) vanaf de stuw, wordt het Groote Beerze. Die naam blijft tot aan het samenkomen van de Groote- en Kleine Beerze. Dat vindt plaats in Landgoed de Baest in Oostelbeers, daar waar het aquaduct onder het Wilhelminakanaal door stroomt. Vanaf dat punt, tot aan het uitmonden in de Dommel spreken we over Beeze.
De naam Beerze werd al in 1545 gebruikt door keizer Karel V en is vermoedelijk afgeleid van berne (bron) of barne (branden). Barne verwijst naar de aanwezigheid van veen (turf), dat vroeger dienstdeed als brandstof voor de kachel. Het veen werd gevormd in de laaggelegen gebieden rond de beek.