zaterdag 23 november 2019

Nieuwe vondst Opkrullende Strookzwam

Vrijdag 4 januari 2019 vond ik tijdens een wandeling door de bossen van De Pan in Hapert een zwam, wat de ernstig bedreigde Opkrullende strookzwam bleek te zijn. De zwam groeit aan de onderzijde van een afgebroken dennentak. Vanmorgen was het weer raak. Tijdens een paddenstoelen wandeltocht door Boswachterij de Kempen langs de Postelseweg tussen Eersel en Postel zag ik aan de onderkant randen van een witte zwam. Nadat ik de tak omdraaiden zag ik meteen wat het was. Deze is zeer zeldzaam. Volgens Verspreidingsatlas.nl zijn er tussen 1990 en nu slechts 14 vindplaatsen (atlasblokken) bekend, waarvan twee die ik gevonden heb (Hapert en Weebosch - Bergeijk).

VALIDATIE GOEDGEKEURD:
De waarneming is goedgekeurd op basis van fotovergelijkingen met de onderzochte waarnemingen van januari 2019, die wel microscopisch zijn onderzocht. Daardoor hoef het materiaal dus niet onderzocht te worden.

Sporen eigenschappen: "Generatieve hyfen met meervoudige gespen en ca 5 um breed. Sporen (soms iets gebogen) ellipitisch tot cylindrisch 8x3 7x2,5 8x3 7x2,5 um; Sporen 1-2 per mm"

Deze nieuwe vondst van de Opkrullende Strookzwam is nu officieel de 14e sinds 1990 (volgens Verspreidingsatlas.nl/0255030).

De vondst van de Opkrullende strookzwam op 4 januari was de eerste in Nederland sinds 1985. De Opkrullende strookzwam is van 1855 tot 2019 slechts 19 keer waargenomen. Deze is is er weer een erbij. Of ik van deze ook een monster ga opsturen voor microscopisch onderzoek weet ik nog niet. Voor een goede validatie zou dat wel nodig zijn.

De Opkrullende strookzwam (Antrodia ramentacea) groeit vooral aan de onderzijde van afgevallen dennentakken, vaak op de schors. In het buitenland is de soort behalve van dennenbomen ook bekend van andere naaldbomen en wilg. De soort staat te boek als zeer zeldzaam. Recente waarnemingen zijn nagenoeg beperkt tot (aangeplante) zwarte dennenbossen in de kustduinen: Terschelling, Texel, Bergen en Zandvoort. De soort is opgenomen in de Rode Lijst wegens het gering aantal waarnemingen in de periode 1990-2007 in vergelijking tot de periode 1900-1990.

Voor 1970 staan op de verspreidingskaart vondsten van twee plaatsen vermeld (vierkantje op de kaart), alle uit de jaren dertig van de vorige eeuw (Bloemendaal, Bilthoven 4x). Bovendien zijn vòòr 1930 vondsten bekend uit Lochem, Nunspeet en Schoorl (Donk). Recent is er één vondst uit het binnenland, opmerkelijk genoeg van dezelfde boomsoort als in de kustduinen (zwarte den). Het voorkomen in de kustduinen is mogelijk toegenomen door het ouder worden van de (zwarte) dennen die zijn aangeplant in de eerste helft van de vorige eeuw.

De soort wordt vooral in de maanden oktober-december gemeld (86%). De Opkrullende strookzwam zou in zijn verspreiding beperkt zijn tot Europa, maar recent is de soort ook vastgesteld op (uitheemse) dennen in Patagonië (Argentinië). Van 1985 tot 2019 is de Opkrullende strookzwam slechts 11 keer waargenomen. Mijn vondst van dit weekend is de twaalfde in Nederland en de tweede in Noord Brabant.


De Opkrullende strookzwam (Antrodia ramentacea) onderscheidt zich van de meeste andere witte, resupinaat groeiende gaatjeszwammen door het voorkomen op dennentakken en de wijde gaatjes (1,3-1,7 per mm). De vruchtlichamen kunnen een lengte bereiken tot 8 cm. De soort vertoont enige gelijkenis met de Duindennenzwam (Diplomitoporus flavescens) die ook voorkomt op dennentakken in de duinen. De Duindennenzwam heeft meestal kleinere vruchtlichamen (1-2 cm), iets nauwere gaatjes (2-4/ mm) en meestal iets oranje getinte, harige hoedkanten (zie ook Labryrinthstrookzwam A. heteromorpha).

Lees ook het eerste artikel van deze vondst: jozefvanderheijden-foto.blogspot.com/zeer-zeldzame-opkrullende-strookzwam