Rood Bekermos (Cladonia coccifera)
Rood bekermos is zonder twijfel het kleurrijkste voorbeeld uit de groep bekermossen: grijsgroene korstmossen met bekervormige structuren. Op de rand van de bekertjes zitten de knalrode vruchtlichamen. Hier vormt rood bekermos zijn sporen, net als paddenstoelen. Geen gekke vergelijking, want paddenstoelen zijn de vruchten van een schimmel (zwamvlok) en korstmossen bestaan ook grotendeels uit schimmel.
Soms groeien de vruchtlichamen (ook wel apotheciën genoemd) keurig op de rand van een beker, soms op een zijtak van de beker en soms vullen ze het hele bekertje op. Daardoor ontstaan allerlei vormen, leuk uitkiezen voor de foto, maar soms lastig bij het op naam brengen.
De groenige kleur van het bekermos komt van de algen, die net onder de opperhuid zitten. Korstmos is een combinatie van schimmel en alg en een schoolvoorbeeld van symbiose: de alg helpt de schimmel aan voedingsstoffen, de schimmel beschermt de alg tegen weersinvloeden.
Vliegenzwam (Amanita muscaria)
Vliegenzwammen groeien veelal in loofbossen, in nauwe associatie (symbiose) met berk, tamme kastanje, eik, beuk, ook wel met den en spar. Ze vormen een ectomycorrhiza, wat betekent dat het mycelium niet binnendringt in de wortels van de boom, maar de haarwortels aan de buitenkant omgeeft.
De bekendste verschijningsvorm van de vliegenzwam is een donkerrode hoed met witte stippen. De witte stippen zijn restanten van het algeheel omhulsel (velum universale) waarin de paddenstoel 'opgesloten' zat, voordat hij uit de grond omhoog kwam. Deze spoelen bij regenachtig weer vrij snel van de hoed. De kleur van de hoed is echter variabel en kan variëren van rood tot oranje met gele tinten. De eerste foto in de fotogalerij hieronder geeft een idee van de variatie in kleur bij vliegenzwammen.
De hoed wordt 5–15 cm breed. Het vlees, de plaatjes en de sporen zijn wit. De sporen zijn elliptisch van vorm (9-12 µm bij 6-9 µm) en niet amyloïd. Op de witte steel zit meestal een duidelijke ring en aan de onderkant een (vlokkige) beurs. Vliegenzwammen kunnen voorkomen vanaf juli tot en met de late herfst, met een hoogtepunt rond eind augustus, uitlopend naar eind november.