maandag 8 oktober 2018

Paddenstoelen in Nieuwe Erven, Netersel

Als je de paddenstoelen in dit artikel ziet, zou je denken dat de natuur er vol mee staat. Dat is niet zo. Het aanhoudende warme en droge weer verhindert dat. Paddenstoelen zijn herfstplanten, en dan hoort het kil en nat te zijn. Je moet veel gaan wandelen om er een aantal te zien. Dan moet je ook nog eens goed je ogen open houden, en geluk hebben dat je de goede paden bewandeld.

De nog kleine Valse hanenkam (Hygrophoropsis aurantiaca).

Tussen het mos komen de nog kleine Valse hanenkam omhoog gekropen. De valse hanenkam (Hygrophoropsis aurantiaca) behoort ondanks het met lamellen bedekte hymenium tot de orde Boletales. Hij kreeg zijn naam vanwege de verwarring met de hanenkam. De hoed varieert van 2 tot 6 centimeter breed en heeft een lichtgele tot oranje kleur, het oppervlak is droog en voelt viltig aan. De lamellen zijn geel tot oranje gekleurd en gevorkt. Ze lopen vanaf de stengel en zijn meerdere malen gevorkt. De steel heeft ongeveer dezelfde kleur als de hoed en is gedeeltelijk buigzaam. Het vruchtvlees is relatief zacht. De sporen zijn wit, glad en hebben een grootte van 5,5 tot 7 × 3,5 tot 4,5 micron.

De valse hanenkam kan worden gevonden van (soms augustus) september tot november in het naaldbos, waar hij als saprofyt op de grond leeft, maar ook op dood hout groeit. De valse hanenkam is eetbaar, maar heeft weinig voedingswaarde. Bij gevoelige mensen en grote hoeveelheden kan de paddenstoel een opgeblazen gevoel en diarree veroorzaken. De oorzaak hiervan is tot op heden onbekend.

Nog kleiner; het Kleverig koraalzwammetje (Calocera viscosa).

Het vruchtlichaam van het Kleverig Koraalzwammetje is opvallend geel gekleurd en kan door droogte en ouderdom oranje kleuren. Het Kleverig Koraalzwammetje is een algemene soort welke op dood naaldhout gevonden kan worden. Alhoewel hij op een Koraalzwam lijkt valt hij toch niet onder de Koraalzwammen. Het Kleverig Koraalzwammetje is vrij variabel qua vorm, hij kan bestaan uit rechte vertakkingen, maar komt ook regelmatig voor met vrij veel vertakkingen. Hij groeit in bundels, welke in omvang kunnen verschillen van enkele losstaande sprietjes tot meer dan 10 cm in doorsnee.

De vertakkingen voelen rubberachtig aan en zijn makkelijk te buigen zonder dat ze afbreken. Dit in tegenstelling tot de Koraalzwammen, waarbij de vertakkingen meestal erg broos zijn. Als hij door mos en gras heen moet groeien kan hij ruim 15cm hoog worden. Het Kleverig Koraalzwammetje kan verward worden met diverse, zeldzame, soorten Koraalzwammen. Maar de qua kleur overeenkomende Koraalzwammen groeien doorgaans niet direct op hout, en hebben vertakkingen welke vrij makkelijk afbreken.

Kenmerken: Sporen: 8-12 x 4,5-5,5 µm, elliptisch, glad, 1-3 cellig, Substraat: Op dood naaldhout, Vruchtlichaam: Koraal- tot geweivormig, voelt rubberachtig aan, Vruchtlichaam: Kan grote bundels vormen, 3-6cm hoog, Vruchtlichaam: Kleur: geel tot oranje, vooral bij ouderdom meer oranje kleurend.

De Oranjerode stropharia (Leratiomyces ceres) is wel iets groter. maar nog altijd klein. Op de foto rechts onder ligt een eikel langs de paddenstoel.

De oranjerode stropharia (Stropharia aurantiaca, synoniem: Psilocybe aurantiaca) is een paddenstoel uit de familie Strophariaceae. De paddenstoel heeft een convexe (bolle) hoed, die opvallend oranje gekleurd is. Er zijn tevens gelige of donkerrode vlekken aanwezig, vaak met witte velumresten aan de rand van de hoed. De lamellen zijn crèmekleurig tot olijfkleurig-bruin. De paddenstoel is tijdens de zomer en de herfst te vinden op houtresten (vooral houtsnippers), in bossen, parken en plantsoenen. Het is tevens een saprofyt. De oranjerode stropharia heeft psychoactieve eigenschappen en kan hallucinogene effecten teweegbrengen.

Deze Vermiljoenhoutzwam (Pycnoporus cinnabarinus) is wel groot te noemen.

Vermiljoenhoutzwam (Pycnoporus cinnabarinus) is een in Nederland vrij algemene zwammensoort. De eenjarige vruchtlichamen zijn het hele jaar te zien, maar ze groeien alleen in juli tot en met november. De Vermiljoenhoutzwam komt voor op dode takken en stammen van loofhout, o.a. berk, kers en lijsterbes. De vruchtlichamen zijn waaiervormig en bereiken een diameter tot 10 centimeter en een dikte tot 6 centimeter. Het oppervlak is viltachtig en vermiljoenrood. Aan de (groei)rand neigt de kleur meer naar oranje. De sporen zijn wit. Vermiljoenhoutzwam leeft van dood organisch materiaal (saprofiet).

Kenmerken: Vruchtlichaam: 3 - 10 cm breed en 1 - 2 cm dik. Halfrond console- tot waaiervormig. ovenzijde oranje naar de rand toe meer oranje met een scherpe rand. Oppervlak golvend, fluwelig. Vruchtlichaam: Onderzijde: Poriën vermiljoenrood, rond tot tot iets langwerpig.

Dennenmoorder (Heterobasidion annosum)

De dennenmoorder (Heterobasidion annosum) is een paddenstoel uit de familie Coriolaceae. De schimmel parasiteert voornamelijk op sparren, douglassparren, lariksen en dennen. Het vruchtlichaam heeft een harde korst, is concentrisch gegroefd en gezoneerd, 5-15 cm groot, langer dan breed en tot 3 cm dik. De lichtbruine tot donkere bovenzijde is vaak bultig. Er is een dikke of scherpe wit gekleurde groeirand. De onderzijde met fijne buisjes is roomwit tot okerkleurig.

De zwam leeft gewoonlijk als saprofyt op dood hout zoals stammen, stronken en stobben. Hij groeit ook wel op de voet van levende bomen waardoor deze op den duur afsterven. Bij sparren en douglassparren kan de schimmel tot boven in de boom groeien, maar bij lariksen en dennen dringt hij nauwelijks de stam binnen. Een enkele maal wordt hij ook op loofhout gezien. Een pH van de bodem hoger dan 6 bevordert de groei van de schimmel.

Infectie van bomen vindt meestal plaats via de wortels door basidiosporen of door wortelcontact met wortels van reeds aangetaste bomen. Ook kunnen de basidiosporen makkelijk binnendringen via de stobben van omgezaagde bomen. Vanuit de wortels kan de schimmel verder in de stam groeien en daar eerst een streperige violette tot grijze en later een roodverkleuring geven. In het begin wordt door de schimmel de lignine afgebroken en later ook de cellulose.

Gewoon elfenbankje - Trametes versicolor

Het gewoon elfenbankje (Trametes versicolor, synoniemen: Coriolus versicolor en Polyporus versicolor) is een paddenstoel. Het elfenbankje groeit het hele jaar en is een zeer algemene eenjarige saprofyt op stronken en takken van loofbomen. Het komt soms ook op de spar voor. De vruchtlichamen groeien aan één zijde van de stronk of tak.

Het gewoon elfenbankje groeit dakpansgewijs in groepjes en heeft een witte rand met daarbinnen verschillend gekleurde zones: wit, beige, okergeel, (rood)bruin, grijs, blauw of zwartachtig. De stevige, waaiervormige hoeden zijn 3-8 cm groot en meestal niet dikker dan 2 mm. De poriën bestaan uit zeer kleine buisjes (drie tot vijf per mm), die witachtig tot crème-achtig of gelig van kleur zijn. De sporen hebben de vorm van een knakworstje en zijn wit tot bleekgeel en 4-6 x 1,5-2,5 µm groot. Het gewoon elfenbankje helpt mee met het afbreken van de afgevallen bladeren in het bos.

Ook wordt deze schimmel in de biotechnologie veel gebruikt voor de productie van laccase, een lignine-afbrekend product dat vaak in de papierindustrie gebruikt wordt als bleekmiddel.


Dennenvoetzwam - Phaeolus schweinitzii

De dennenvoetzwam (Phaeolus schweinitzii) is een schimmel uit de familie Polyporaceæ die groeit op of nabij levende naaldbomen of stobben. Deze parasitaire schimmel is een veroorzaker van stamvoetrot.

In nazomer of herfst brengt de zwam een vruchtlichaam voort, dat eenjarig is. Deze tot 30 cm. brede paddenstoel bestaat uit een waaier- tot trechtervormige hoed, meestal op een excentrisch geplaatste steel. De witte sporen zitten in buisjes onder in de hoed. Deze hoed is aanvankelijk fluwelig geel. Binnen enkele weken, als de paddenstoel volgroeid is, wordt de hoed kleverig van een uitgescheiden harsachtige substantie en wordt de kleur donkerder, tot zwart, aanvankelijk nog met zwavelkleurige rand. Uiteindelijk wordt het vruchtlichaam hard en geheel zwart.