dinsdag 9 oktober 2018

Geschubde- en Zwerminktzwammen

Op de "Petersbraak", Netersel, staan enkele Geschubde inktzwam en Zwerminktzwammetjes. De Geschubde inktzwam is een redelijk grote zwam, de Zwerminktzwammetjes zijn erg klein, en groeien in groepjes, zwermen.

Een groepje oude en nog veel oudere Geschubde inktzwammen (Coprinus comatus).

De geschubde inktzwam (Coprinus comatus) is een van de meest voorkomende van de honderd soorten inktzwammen (Coprinus) die in Nederland voorkomen. In de jeugd is de 5-15 cm hoge hoed van de geschubde inktzwam ei- tot klokvormig, wit met een lichtbruin, glad centrum en bedekt met grote, omgekrulde schubben. De hoed scheurt later vanaf de rand in en vervloeit tot zwart. De holle steel is 10-20 cm hoog met een lage, beweegbare, vrij snel afvallende ring. De lamellen zijn wit in de jeugd, later vanaf de rand verkleurend via roze naar zwart.

Vanaf mei tot in november is de geschubde inktzwam vaak in groepen te vinden op grond die pas is omgewerkt op akkers, weilanden, parken en wegbermen. Ook in de stad is deze paddenstoel veel gezien op bemest gras.


Een jonge geschubde inktzwam smaakt uitstekend, maar moet wel direct na het plukken verwerkt worden. De zwam is niet meer eetbaar wanneer vervloeiing of verkleuring optreedt. Verwisseling kan voorkomen met de kale inktzwam (Coprinus atramentarius), die giftig is indien alcohol twee dagen voor of na consumptie wordt gebruikt.

Zwerminktzwammetjes (Coprinellus disseminatus) groeien in groepjes (zwermen).

De zweminktzwam (Coprinellus disseminatus) is een algemeen voorkomende soort die vooral in grote aantallen te vinden is op stronken of aan de voet van loofbomen. Meestal komen ze boven in de herfst, maar zijn ook op andere tijden van het jaar te zien.

De zwerminktzwam is een paddenstoel uit de familie Psathyrellaceae. De hoed is 5-10 mm hoog en is eikelvormig tot half bolvormig. Aanvankelijk is de paddenstoel geheel licht geelachtig bruin, maar later wordt de rand grijs. De hoed is gegroefd of gestreept, bijna tot de centrale schijf. Vandaar dat deze soort ook wel grijs streepklokje genoemd wordt. Er zitten heel fijne haartjes op de hoed, die enkel met een loep te zien zijn.

De steel is 1-3,5 cm hoog en 1-1,5 mm dik. Deze is wit en teer. De lamellen zijn donkergrijs tot zwart en vervloeien nauwelijks. De sporen zijn zwart.