Het werd geen Klapekster, de deelnemers waren makkelijker te fotograferen.
Excursieleider Rien van der Steen, tekende op de website van Vogelbescherming op: "Er zijn jaren geweest dat ik geen klap van klapeksters heb gezien. Dat bracht mij op het idee gezamenlijk te gaan tellen. 12 paar ogen zien allicht meer als dat ene paar van mij.... De wandeling gaat dit jaar weer over de Landschotse Heide. De weidsheid van het landschap en de (hoop ik) grote stilte rechtvaardigen op zich al een bezoek. Zijn er ook vogels dan ? Ja, zeker wel. Bij het vorige telrondje de blauwe kiekendief, buizerd en torenvalk. Verder grote zilverreigers en watersnip. Ook veel klein mezenspul, graspieper en rietgors en de grote bonte en zwarte specht. En als het toch nog een beetje wil winteren hoop ik dus op die klapekster en wellicht ook kleine zwanen en rietganzen."
De Landschotse Heide is vooral in de najaarstrek interessant voor vogelaars. Zo kun je daar, behalve blauwe en zilverreigers, de buizerd, torenvalk, de blauwe kiekendief, zwarte ruiter en regenwulp zien. Met wat geluk tref je er ook de zwarte ooievaar en de kraanvogel tegen. En ja, de klapekster, waar wij op hoopte komt er ook voor. Maar de klapekster eist een gebied van zo,n twee vierkante kilometer voor zichzelf op. Dan moet je wel veel geluk hebben om deze kleine roofvogel te treffen. Dat geluk hadden wij vandaag dus niet. Wellicht heeft Vogelbescherming Nederland, bij monde van de excursieleider wel wat te optimistisch gedacht over de kansen die zijn vijftien volgers te beurt konden vallen. Je kunt hier geen datum aan vast hangen, zoiets zijn altijd gelukstreffers.
Wat was er dan wel te zien? Enkele groepen met vinken en groenlingen, zo,n 50 per groep. Verder zagen we een paar torenvalken, een buizerd, twee blauwe reigers, vier grote zilverreigers, enkele goudhaantjes, een roodborsttapuit, twee nijlganzen en enkele overvliegende groepen met o.a. grauwe ganzen en grote Canadese ganzen. Geen teleurstelling overigens. Wie dezer dagen welk natuurgebied dan ook bezoekt, zal ook daar geen grote aantallen te zien krijgen. Zelfs op het Beleven is het erg rustig. De winter in het hoge noorden moet eerst nog wat strenger worden. Te veel wintergasten blijven nog in de noordelijke streken foerageren, zolang de echte winter uit blijft.