maandag 6 april 2020

De gecamoufleerde Merel en de Tjiftjaf

Vanmorgen was ik pas laat bij de fotohut. De meeste vogels hadden natuurlijk al gegeten, waardoor de vliegbewegingen bij de fotohut beduidend minder waren als gebruikelijk. Ik kon daarom niet zo veel foto's maken, maar wel een paar leuke.

Deze Merel (vrouw) lijkt bij defensie ingedeeld te zijn. De hap met mos camoufleert haar gehele kop.

Merels bouwen een komvormig, vrijstaand nest op een beschutte plaats in het groen. Voor de nestbouw wordt gebruik gemaakt van allerhande materialen. Als nestmateriaal worden dunne takjes en plantenstengels gebruikt. Tussen de stengels wordt mos verwerkt. Zo wordt het nest bestand tegen de wind die dan niet meer tussen de stengels kan waaien, om zo te voorkomen dat de eitjes en later de jonge onderkoelen. Als het nest grotendeels klaar is wordt het kommetje nog eens afgewerkt met zachtere materialen, zoals mos.

Merels leggen gemiddeld 4 tot 5 eitjes, die een licht groenblauwe kleur hebben met roodbruine vlekjes. De eitjes worden gedurende 14 dagen door het vrouwtje bebroed. Het mannetje houdt in die periode dicht bij het nest de wacht. Het voeren van de jongen wordt door beide ouders gedaan. Jonge merels hebben erg veel behoefte aan levend voer, dat in ruim voldoende mate aanwezig moet zijn. Na 15 tot 17 dagen zijn de jongen oud genoeg om het nest te verlaten. Ze kunnen dan nog niet voor zichzelf zorgen en worden gedurende twee tot drie weken door beide ouders begeleid en gevoerd. Het merelpaar wordt vaak snel weer in beslag genomen door een volgend legsel.


De Tjiftjaf zat even voor mij, zingend en al.

Tjiftjaffen lijken sterk op Fitissen. Er zijn echter wel een aantal verschillen. Allereerst zijn in het voorjaar de mannetjes makkelijk uit elkaar te houden op grond van hun zang. Een Tjiftjaf roept min of meer zijn eigen naam. Een Fitis heeft een beetje een aflopend riedeltje dat hoog begint en laag eindigt.

Maar er zijn meer verschillen. Deze zijn echter wel wat lastiger. Allereerst de subtiele verschillen. Deze zijn vaak een goede aanwijzing maar niet echt harde kenmerken. De poten van een tjiftjaf zijn over het algemeen donkerder dan van een fitis. Verder is een tjiftjaf vaak wat treurig groen/ bruin/ olijf gekleurd en een fitis vaak wat levendiger groen/ geel/ wittig gekleurd. Fitissen hebben een iets markantere koptekening omdat de wenkbrauwstreep vaak wat lichter van kleur is en wat langer is dan bij de tjiftjaf. Een tjiftjaf is ten opzichte van een fitis vaak wat compacter, een fitis juist wat langgerekter. Fitissen hebben ook een langere vleugel dan een tjiftjaf, in het veld is soms de langere handpenprojectie van de fitis te zien.

Wil je op de hoogte blijven van de nieuwe artikelen, klik dan op VOLGEN