donderdag 2 april 2020

De Boomkruiper al vroeg aan het werk

De Boomkruiper moet niet ver weg een nest aan het bouwen zijn. Het op en neer vliegen met het nestmateriaal gaat steeds de zelfde richting in en komt weer snel terug om weer meer materiaal te verzamelen. Ik vermoed in onze tuin, mogelijk achter de klimop. De Boomkruiper trekt vezels los van de bast van de Metasequoia glyptostroboides, ook wel Watercipres genoemd. De soort kwam voor de laatste ijstijd vrij algemeen voor in Oost-Azië (Japan, Korea en China). De natuurlijke watercipres komt nu in China voor op rotsige oevers en vochtige plaatsen.

De Boomkruiper trekt vezels los van de bast van de Watercipres.

De boomkruiper stelt geen hoge eisen aan een broedplaats. Ze maken nesten achter loszittende boombast, oude nestkastjes, tussen klimopbegroeiing op bomen, muren of schuttingen en op tal van andere plekken.

Ze eten insecten, insectenlarven en andere kleine, ongewervelde dieren (spinnen). Die worden tussen de schors vandaan gepeuterd terwijl de boomkruiper veelal spiraalgewijs omhoogklimt. Op enige hoogte aangekomen vliegt hij naar een naburige boom, om daar weer aan de voet met klauteren te beginnen. Ondertussen gebruikt de boomkruiper de stugge staartveren als steuntje waardoor deze vaak sterk gesleten punten blijken te hebben.

Met snelle bewegingen en verplaatsingen peutert de Boomkruiper de vezels los.

Bij het opvliegen verliest de Boomkruiper wel een wat materiaal. Geen nood, hij blijft doorgaan.

De Watercipres boom
De watercipres of Chinese mammoetboom (Metasequoia glyptostroboides) is een bladverliezende naaldboom die tegenwoordig meestal ingedeeld wordt in de cipresfamilie (Cupressaceae). Ze wordt gezien als levend fossiel. De soort kwam voor de laatste ijstijd vrij algemeen voor in Oost-Azië (Japan, Korea en China). In het Tertiair kwam het geslacht Metasequoia algemeen voor op het noordelijk halfrond zoals fossielen aantonen. Nu is de boom alleen nog in het wild te vinden in Centraal-China in een gesloten vallei in het Shui-Hsa-Pal-dal en in de provincie Hubei. Vanaf 1960 is de watercipres door kwekers massaal vermeerderd door stekken en zaaien.

De watercipres is eenhuizig en bloeit met weinig opvallende eenslachtige bloemen. De conifeer heeft een brede tot zuilvormige kroon. De roodbruine bast is vezelachtig met onregelmatige ribbels. De langgesteelde, hangende kegelvormige kegelvruchten zijn in Nederland en België in september rijp. Pas op twintigjarige leeftijd geeft de boom kiemkrachtig zaad. n Nederland en België is de boom te vinden in tuinen en parken. De exemplaren die in Nederland en België groeien zijn meestal tot 25 m hoog. Ze kunnen in China tot 40 m hoog worden. De bomen die in de Benelux zijn geplant, hebben de tijd nog niet gehad om hoger te worden. De boom wordt soms ook gebruikt als groenscherm van de voedingsindustrie omdat hij geen overmaat aan afvallende bladeren veroorzaakt en de naalden uitzonderlijk niet giftig zijn voor het geval ze in het voedselproces terechtkomen.

Wil je op de hoogte blijven van de nieuwe artikelen, klik dan op VOLGEN