dinsdag 25 juni 2019

Zonnebadende Boomklever vrouwtje

Na de Appelvink (juveniel) eiste de Boomklever vanmorgen alle aandacht op. Het was het Boomklever vrouwtje die op de zonnebloempitten af kwam, nam tussendoor ook nog eens twee keer een uitgebreid zonnebad. Leuke momenten om getuigen van te zijn, en dat ook nog eens voor de camera.

De boomklever nam een uitgebreid zonnebad door breeduit met de vleugels gespreid op de grond te gaan liggen.

De boomklever (Sitta europaea) is het enige lid van de familie boomklevers (Sittidae) in de Benelux. Boomklevers zijn de enige vogels die met evenveel gemak zowel omlaag als omhoog langs een boomstam bewegen en daarin onderscheiden ze zich van spechten en boomkruipers die alleen omhoogklimmen langs boomstammen. Bovendien gebruiken spechten hun staart om op te steunen en dat doet de boomklever niet. De boomklever is een korte, dikke en actieve vogel met een krachtige puntige snavel. Hij is vrijwel in geheel Europa een tamelijk algemene standvogel. De opvallende en helder klinkende roep is vaak de eerste aanwijzing van zijn aanwezigheid. In de winter is hij een geregelde bezoeker van tuinen waarin pinda's worden aangeboden.

Ze leven in licht loof- en gemengd bos met ondergroei, vooral met oude en hoge bomen. Ook in parken en lanen en in de winter ook op de voedertafel. Op het menu staan veel insecten, zaden, noten, vruchten, graan en bessen. Harde noten zet hij tussen het boomschors vast en hamert ze dan van bovenaf stuk. Grotere insecten worden met de snavel in stukjes geknipt. De boomklever legt ook voorraden aan.


Veel zangvogels, zoals Vinken, Kool- en Pimpelmezen en Roodborstjes, nemen eerst een bad voordat ze gaan poetsen. In de natuur hebben vogels verschillende mogelijkheden om zichzelf schoon te houden. Dit kan door bijvoorbeeld een hoge luchtvochtigheid of door een nabijgelegen riviertje. Sommige vogels zijn liever lui en laten hun veren schoonmaken. Er zijn Gaaien die expres in een mierennest gaan staan en de mieren parasieten uit hun verenkleed laten halen.

Andere vogels zitten of liggen met gespreide vleugels vol in de zomerzon. Heel warm natuurlijk, maar door de hoge temperatuur nemen luizen en mijten de benen. Het wordt ze te heet onder de voeten. Dat is de vogel wel even wat hijgen en puffen waard.


Het geluid van de Boomklever is een helder fluitend 'twiet-twiet-twiet' en een meesachtig 'tsit'. Bij opwinding een schel trillend 'tirr'. De zang is een luid 'tuwiehe-tuwiehe', ook wel omschreven als een kwelend 'tu-tu-tu' (dat enigszins aan de zang van een nachtegaal doet denken). Deze zang gaat over in 'kwie-kwie' en haastig 'twet-twet-twet'. Aan zijn zang kan de boomklever eenvoudig worden herkend.