zondag 30 juni 2019

Tandemhouding na paring Azuurwaterjuffer

Parende libellen doen dat in een houding die paringswiel of paringsrad genoemd wordt. Vanmorgen trof ik een koppeltje langs de Groote Beerze. Bij de paring houdt de Azuurwaterjuffer (Coenagrion puella) man het vrouwtje vast met een tangetje aan zijn achterlijf. Na de paring blijft het mannetje zijn vrouwtje vasthouden. Hierdoor verhindert het mannetje dat het vrouwtje door concurrenten bevrucht wordt. Het vrouwtje zet de eitjes met haar ovipositor in waterplanten af.

Azuurwaterjuffers in paringshouding, paringswiel genoemd. Op deze foto's is het geen paringswiel meer, maar een tandem.

Een paringsrad of paringslus is de houding die (twee) libellen aannemen bij het paren. Nadat het mannetje het vrouwtje in de tandem-houding heeft genomen, brengt het vrouwtje haar geslachtsopening, die zich op de overgang van achterlijfssegment acht en negen bevindt, tegen het secundair copulatie-orgaan van het mannetje, onder achterlijfssegment twee. Op die manier kan ze de spermatofoor van het mannetje ontvangen. Een koppel kan uren in die positie blijven en daarbij ook rondvliegen.


De Azuurwaterjuffer (Coenagrion puella) is een 33 tot 35 mm grote juffer. De habitat is bij voorkeur stilstaand water waaronder vijvers in tuinen, maar ook langzaam stromende beken worden regelmatig bezocht. De mannelijke exemplaren hebben een lichtere en uitgebreider blauw dan andere waterjuffers. Op segment 2 staat doorgaans een U-vormige zwarte tekening, die niet is verbonden met de achterrand. De zwarte stukjes op segmenten 3, 4, en 5 zijn zeer kort, allen ongeveer een vijfde van de segmentlengte. Hierdoor komt het middengedeelte van het achterlijf zeer blauw over, met een regelmatig patroon van zwarte vlekjes. Segment 6 is voor circa de helft zwart, segment 7 is vrijwel geheel zwart. De segmenten 8 en 9 zijn grotendeels blauw. Aan de zijkant van het achterlijf lopen de zwarte vlekken uit in een smalle streep richting de voorrand van de segmenten. De schouderstrepen zijn normaal ontwikkeld.

Bij de vrouwelijke exemplaren zijn lichte delen groen tot blauw van kleur. Meestal hebben ze een (vrijwel) geheel donkere achterlijfsrug. Er bestaat ook een vorm met blauwe vlekken op segmenten 2 tot en met 5.