Gewone zakdrager (Psyche casta) in het levensstadium; zak/koker.
De Gewone zakdrager (Psyche casta) is een nachtvlinder uit de familie Psychidae, de zakdragers. De spanwijdte van de mannetjes bedraagt tussen de 12 en 15 millimeter. De vrouwtjes hebben geen vleugels. Waardplanten komen onder meer uit de grassenfamilie, berk, wilg, populier en bosbes. De rupsen maken net als al de andere zakdragers, van grassprietjes en kleine takjes een omhulsel waar ze door beschermd worden. De vliegtijd loopt van mei tot en met juli. De gewone zakdrager is een in Nederland en Belgiƫ algemene vlinder die in grote groepen voor kan komen. De rupsen zijn vaak te vinden op boomstammen.
Groene schildwants (Palomena prasina)
De groene schildwants (Palomena prasina), ook wel groene stinkwants, stinkwants of groene wants, is een insect uit de onderorde wantsen en de familie schildwantsen (Pentatomidae). De wants dankt het eerste deel van zijn naam aan de groene kleur, alleen de punten van de vleugels aan de achterzijde van het lichaam zijn bruin. Vlak voor de winterslaap kleurt de wants echter geheel bruin om in de lente weer groen te worden. Het tweede deel van de naam, stinkwants, slaat op de smerig ruikende substantie die uit klieren aan de zijkant van het borststuk worden afgescheiden ter verdediging. De wants is algemeen in grote delen van Europa en komt ook in Belgiƫ en Nederland algemeen voor en kan plaatselijk erg talrijk zijn.
De wants leeft van plantensappen die met de steeksnuit worden opgezogen. Hierdoor wordt schade aangericht aan gewassen en bovendien krijgen de planten een typische 'wantsengeur'. Vooral de hazelaar is een belangrijke voedselplant, door de aangebrachte schade wordt de soort als een plaaginsect gezien. De jonge wantsen worden nimfen genoemd en ze lijken meer op kevers dan op wantsen door het ronde en bolle lichaam.
De groene schildwants is geheel groen van kleur en heeft in tegenstelling tot veel gelijkende wantsen geen duidelijke tekening. De vlies-achtige vleugelpunten van de voorvleugels, aan de achterzijde van het lichaam, zijn bruin, de onderzijde van het lichaam is meer bruinrood van kleur. De bovenzijde van het lichaam heeft soms onopvallende vlekjes of iets lichtere delen maar deze zijn nooit erg geprononceerd en verschillen per individu. De gehele bovenzijde is voorzien van kleine putjes, die van enige afstand niet te zien zijn. De wants kan van kleur veranderen, exemplaren die in winterslaap gaan kleuren bruin. Met hun normale groene kleur zouden ze te veel opvallen in de scheuren in bomen waar ze overwinteren. Zodra de wants in de lente ontwaakt en actief wordt, kleurt het lichaam binnen enkele weken weer groen. Dit verschijnsel van een groene 'zomerkleur' naar een bruine 'winterkleur' komt ook voor bij andere insecten zoals de groene gaasvlieg (Chrysoperla carnea).