zaterdag 22 juni 2019

Meerkoet op Waterpark Groote Beerze

Wie over het waterpark rondom de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Hapert wandelt, merkt niet meteen dat er iets veranderd is. Donderdagmiddag 16 mei 2018 werd het vernieuwde waterpark van Hapert aan de Castersedijk geopend door Waterschap De Dommel en de provincie bij de RWZI. Het waterpark bestond al sinds 2002, maar nieuwe ontwikkelingen op het gebied van waterzuivering noopten tot vernieuwing. Gereinigd water komt als dood water uit de eerste bassins. Voordat het in de Groote Beerze stroomt het door een aantal bassins gevoerd, waar het leven in het water weer terug keert. En daar profiteren de watervogels ook van.

De Meerkoet bouwt en drijvend nest, veilig midden op het water.

De zuiveringsinstallatie in Hapert reinigt rioolwater van een groot deel van de Kempische gemeenten. Het gezuiverd water komt uit op het waterpark ernaast. Tot september 2018 bestond een deel van dat park uit twee grote waterbakken met riet. Dat was een keuze waar het waterschap achteraf niet zo gelukkig mee was. Het slib bezinkt tussen het riet, maar je kunt het daarna niet weg baggeren zonder het riet ook weg te halen. Om het park makkelijker te kunnen onderhouden, is tussen september 2017 en januari 2019 het waterpark in zijn geheel op de schop gegaan. De twee bakken zijn omgevormd tot één bezinkvijver. Nu staat er alleen nog maar riet op de oevers. Als het slib nu ophoopt, is het makkelijk te verwijderen.

Na het zuiveren zit er weinig zuurstof in het water. Als een waterschap dat water loost op bijvoorbeeld een rivier als de Maas maakt dan niet zoveel uit. Grote rivieren hebben al zoveel zuurstofrijk water van zichzelf dat het nieuw zuurstof-arme water nagenoeg geen negatief effect heeft, maar als je het loost op een klein beekje als de Groote Beerze, maakt het veel uit. Het liefst voeg je water toe dat zuurstofrijk is en met kleine visjes en beestjes. Waterschap De Dommel zuiverde het water natuurlijk al, maar ze maken het nu geschikter om het in de Groote Beerze te lozen. Het water is weer echte natuur voordat het wordt teruggeven aan de normale natuur.

De Meerkoet maakt een drijvend nest van takken en rietstengels, vrij van beschutting op open water.

De meerkoet (Fulica atra) behoort tot de familie van de rallen. De vogel is 38 centimeter groot, geheel zwart met een witte snavel en voorhoofdsschild. De jonge hebben gedurende een korte periode een rood kopje. Van oorsprong zijn meerkoeten echte moerasvogels, met poten die bijzonder geschikt zijn om te lopen op drijvende vegetatie (kraggen) en wortels van riet- en lismoerassen. Zijn poten hebben eigenaardige zwemvliezen. Deze zitten niet tussen de tenen maar elke teen heeft aan weerszijden een flap. Bij een achterwaartse beweging van de poot gaan de flappen wijd uit staan. Wordt de poot naar voren bewogen, dan klappen de flapjes weer dicht. Ze kunnen 30 seconden onder water blijven en wel 7 meter diep duiken. Ze kunnen hiermee ook beter op het land lopen dan eenden. De meerkoet duikt veel, met name bij het zoeken naar waterplanten. Hij vliegt niet graag, hij vlucht liever rennend over het water. Ook bij het opstijgen uit het water wordt eerst een stuk rennend afgelegd.

De meerkoet is een omnivoor, die zich hoofdzakelijk voedt met waterplanten, weekdiertjes en waterinsecten. Het nest wordt aan de waterkant gebouwd van riet en waterplanten. Daarin worden 5 – 10 eieren uitgebroed in een tijdsbestek van 21 tot 25 dagen. De jongen, wanneer ze overleven, worden door beide ouders begeleid en kunnen na ongeveer 8 weken vliegen. Overleeft van een nest slechts een enkel jong of zelfs geen (omdat de jongen een gewilde prooi zijn voor reigers en meeuwen), dan doen de ouders een volgende poging. Per broedseizoen doen de ouders 2 tot 3 pogingen een nest jongen groot te brengen.


Het kuiken heeft een fel rode kop. Dat zou je niet verwachten. Een minder opvallende kleur zou bij de roofdieren minder opvallen.