zondag 4 november 2018

Herfstwandeling Hoge Vijvers Arendonk

Tussen de plaatsen Arendonk (België) en Reusel (Nederland) ligt het natuurgebied de Hoge Vijvers. Tussen de Hoge Vijvers en de N139, de weg van Reusel naar Arendonk, ligt de voormalige Duitse Basis, waar ook een AZC is ondergebracht. Het gebied is omheind, maar in de afrastering zijn diverse openingen waar je doorheen kunt. Zelfs crossmotoren rijden via deze openingen de voormalige Duitse Basis binnen. Het grondgebied ligt er al jaren verlaten bij, maar is nog altijd eigendom van de Belgische defensie. Mijn wandeling vanmorgen ging door beide gebieden.

Een van de vennen op de voormalige Duitse Basis en Larix bomen met verkleurde naalden.

Behalve de Duitse basis in het Belgische Arendonk zijn er in de Vlaamse Kempen nog zes plaatsen met een verlaten militair basis op hun grondgebied. De Vlaamse minister van Ruimtelijke Ordening maakte al in 2012 een lijst bekend van alle leegstaande kazernes en legerkampen in Vlaanderen, die het ministerie van Defensie op korte of lange termijn van de hand wil doen. Door de bezuinigingen die sinds het begin van de crisis van 2008 genomen zijn zijn veel kazernes ook in verval geraakt. Zo is de afrastering doorgeknipt en is op veel plaatsen koper uit de bunkers gestolen.

Binnen in het kamp is de chaos compleet. Ruiten van gebouwen zijn ingeslagen en bespoten met graffiti. Enkele munitiebunkers zijn opengebroken. De bliksemafleiders op de bunkers zijn bijna allemaal gestolen door koperdieven. Dat was vroeger wel even anders, toen de Bundeswehr de basis beheerde. Duitse militairen runden er van 1962 tot 1997 een gigantische munitiedepot, waar kogels en bommen werden opgeslagen in hyperbeveiligde bunkers. Het domein verkeerde toen in onberispelijke staat en werd dag en nacht bewaakt.

Grote toekomstplannen heeft Defensie niet meer met de Duitse basis. Het domein staat zelfs op de verkooplijst. Bedoeling is dat de gronden gedemilitariseerd worden en een nieuwe bestemming krijgen als bos en recreatiegebied. Een van de geïnteresseerde kandidaat-kopers is het Agenschap voor Natuur en Bos.

Deze jonge en oude zwammen groeien op het kopse hout van dennenboom stammen die opgestapeld liggen, mogelijk de Goudvliesbundelzwam.

Boomstammen liggen langs de paden opgestapeld om vervoerd te worden voor de houtverwerking. Grote, dikke stammen zullen wel gebruikt worden om balken uit te zagen, de andere kunnen verwerkt worden tot spaanplaten. Op de zaagsnede (kops-hout) van sommige boomstammen groeien zwammen, mogelijk de Goudvliesbundelzwam.

De goudvliesbundelzwam (Pholiota aurivella) is een paddenstoel die zich vestigt op levend hout en na het gedood te hebben er op verder leeft als saprofyt. Men noemt dit type zwammen ook wel necrotrofe parasiet. De tot 12 cm grote hoed van de goudvliesbundelzwam is in de jeugd bol, zeer slijmerig en bekleed met bruine schubjes. Oudere exemplaren hebben een vlakke hoed, die steeds meer indroogt. De kleur van de hoed varieert van lichtgeel tot goudgeel. De lamellen zijn lichtgeel, later roestbruin. De steel is gelig en kan schubjes hebben. De sporen zijn bruin. De goudvliesbundelzwam komt meestal in bundels voor op loofbomen, vaak beuk, in bossen en parken van september tot november. De soort is in Nederland vrij algemeen.

Geel hoorntje (Calocera cornea)

Het geel hoorntje (Calocera cornea) is een zwam uit de familie Dacrymycetaceae. Bij droog weer krimpt deze zwam in tot een harde, hoornige massa, maar regenereert weer in vochtiger omstandigheden. Het gelatineuze, cilindrische vruchtlichaam van het geel hoorntje is tot 1,2 cm hoog. Onder gunstige omstandigheden is het glad en kleverig. Het heeft weinig of geen vertakkingen en onderscheidt zich onder andere hierin van het kleverig koraalzwammetje (Calocera viscosa). De kleur is dofgeel tot oranjegeel, vaak met bruinige punten.

Het geel hoorntje komt voornamelijk voor op ontschorste, vermolmde takken en stammen van loofhout.

Grote Stinkzwam (Phallus impudicus)

De grote stinkzwam (Phallus impudicus) is een paddenstoel uit de familie Phallaceae. De grote stinkzwam komt met behulp van een eiertand uit een 3–6 cm grote knol die in de volksmond met heksen- of duivelsei wordt aangeduid. Daaruit strekt zich in enkele uren de 10–20 cm lange poreuze en holle steel. De hoed van de paddenstoel is dan met een groene slijmerige sporenlaag (gleba) bedekt die een zeer penetrante aasgeur verspreidt, zelfs tegen de wind in te ruiken. De stank trekt vliegen en kevers als de oranje aaskever aan die voor de verspreiding van de sporen zorgen. De schone hoed is wit tot lichtgeel en heeft een kleine opening aan de top. De zwam lijkt dan wel op morieljes.

De grote stinkzwam wordt aangetroffen van mei tot november bij vermolmd hout in bossen, parken en tuinen. De soort komt algemeen voor.

Kijk ook op Paddestoelen Groep Nederland (Facebook).