woensdag 15 november 2023

Schubbige boschampignons achter in de tuin

Deze Schubbige boschampignons (Agaricus silvaticus) groeit achter in onze tuin. Soms hoef je niet ver te zoeken naar paddenstoelen. Ze komen naar je toe, naar je eigen tuin. Maar het zijn er niet veel die in de tuin groeien. Voor de meeste moet je toch echt de bossen in of op andere plaatsen waar oud en dood materiaal ligt dat lange tijd onberoerd is gelaten. Paddenstoelen zijn nu eenmaal opruimers. Dode planten geeft zo weer nieuw leven.


De Schubbige boschampignon (Agaricus silvaticus) groeit in loof- en naaldbossen op een voedselrijke bodem, maar ook in tuinen waar de grond humusrijk is. Saprotroof (plantaardig organisme of een schimmel die zijn celmateriaal opbouwt door het opnemen van organische stoffen uit dode andere organismen) op humeuze grond, zowel in loofbossen als naaldbossen op (matig) voedselrijke, zwak zure tot neutrale, zand-, leem- en kleibodems; soms in duingraslanden of grazige wegbermen.

De steel, die naar het voeteinde verdikt, is 6 tot 15 cm lang en varieert in dikte van 1 tot 1,5 cm. Het is iets lichter dan de hoed, fijnkorrelig en rood wanneer gekneusd. Halverwege de steel zit een brede, afstaande ring. De manchet is dun, vliezig en hangend. Onder de manchet is de steel wat schilferig. Bij oudere exemplaren is de steel hol. Hij ontspringt niet uit een beurs zoals vele andere zwammen.


De hoed van de Schubbige boschampignon kan een diameter bereiken tot maximaal 10 cm. Het vruchtlichaam wordt tussen de 8 en 14 cm hoog en komt voor van juli tot november. De vorm is aanvankelijk gewelfd en vlakt later af. Het oppervlak van de hoed is kaneelbruin en aanvankelijk bedekt met zijdeachtige vezels, die als de paddenstoel volgroeid is vervangen worden door kleine schubben (squamulose). De schubben zijn concentrisch gerangschikt en worden groter en kleiner in aantal richting de rand van de hoed. Bij het volgroeid raken van de paddenstoel verschijnen er barsten aan de rand van de hoed. Met een druppeltje KOH (kaliumhydroxide) op de hoed reageert deze positief naar geel.


De lamellen zijn bij de jonge schubbige boschampignon bleekroze tot blauwgrijs, later worden deze donkerbruin (chocoladebruin). Bij heel oude paddenstoelen kunnen ze ook zwart zijn. De lamellen raken de steel niet. Het vlees is wit en wordt onmiddellijk rood zodra het aangesneden wordt en later wordt de kleur bruin.