Vaak zie je kleinen zwammetjes op een tak. Toch is het de moeite waatd om ze eens van dichtij te bekijken. De zwammetjes op deze berkentak zijn Plooivlieswaaiertje. Je kunt ze vinden in bossen en parken op berk, beuk en hazelaar waar de bodem voedselrijke en vochtige is. De soort is goed herkenbaar door de kleine dicht op elkaar groeiende (dakpansgewijs) vruchtlichamen. De onderzijde kenmerkt zich door de gerimpelde, onderling verbonden, (vuil)witte plooien.
De zwam heeft schelp- of waaiervormige golvende hoedjes met een doorsnede van 1 tot 2 cm. De bovenkant ziet er viltig uit met concentrische gebieden die wittig tot oker- of roodbruin zijn gekleurd. De hoedjes bezitten een gekerfde en ingerolde rand. Aan de onderkant van de zwam heeft hij geribbelde plooien. Als ze vers zijn, zijn de vruchtlichamen zacht en buigzaam, en kwetsbaar als ze droog zijn.
Wereldwijd komt de soort voor in heel Europa, Noord-Amerika (onder andere in Alaska en Quebec) en Aziƫ (China en Japan). In Nederland werd het plooivlieswaaiertje voor het eerst waargenomen in 1989 (op waarneming.nl). Hierna is het plooivlieswaaiertje snel vermeerderd. De toename wordt toegeschreven aan de klimaatopwarming.