Het Kleverig koraalzwammetje bestaan uit rechte vertakkingen, maar komt ook regelmatig voor met vrij veel vertakkingen.
Het Kleverig Koraalzwammetje (Calocera viscosa) is een algemene soort welke op dood naaldhout gevonden kan worden. Alhoewel hij op een Koraalzwam lijkt valt hij toch niet onder de Koraalzwammen. Het Kleverig Koraalzwammetje is vrij variabel qua vorm, hij kan bestaan uit rechte vertakkingen, maar komt ook regelmatig voor met vrij veel vertakkingen. Hij groeit in bundels, welke in omvang kunnen verschillen van enkele losstaande sprietjes tot meer dan 10cm in doorsnee. De vertakkingen voelen rubberachtig aan en zijn makkelijk te buigen zonder dat ze afbreken. Dit in tegenstelling tot de Koraalzwammen, waarbij de vertakkingen meestal erg broos zijn. Als hij door mos en gras heen moet groeien kan hij ruim 15cm hoog worden. Het vruchtlichaam is opvallend geel gekleurd en kan door droogte en ouderdom oranje kleuren.
Het Kleverig Koraalzwammetje kan verward worden met diverse, zeldzame, soorten Koraalzwammen. Maar de qua kleur overeenkomende Koraalzwammen groeien doorgaans niet direct op hout, en hebben vertakkingen welke vrij makkelijk afbreken.
Grote sponszwam - Sparassis crispa
De Grote sponszwam komt voor bij vrijwel alle naaldbomen, maar de lariks vinden ze maar niets. De Larks laat als enige zijn naalden afvallen.
De Grote sponszwam mijdt van alle naaldbomen vooral de lariks als groeisubstraat. De grote geel tot donker geelbruine paddenstoel lijkt op een spons. De grote sponszwam komt voor in Europa, Noord-Afrika, Aziƫ en Noord-Amerika. Het is een parasiet op wortels van diverse naaldbomen, vooral spar (Picea), Pseudotsuga, den (Pinus) en lork (Larix), meestal op zand of lemig zand.
De paddenstoelen zijn 10 tot 40 cm breed, 10 tot 15 cm hoog en 2 tot 5 kg zwaar. Ze hebben een bloemkoolachtige structuur met veel, gelobde vertakkingen. De blad- tot breed spatelvormige lobben zijn gekroesd, glad en hebben bruinwordende randen. De aparte paddenstoelen vormen samen een holte. Droog is de paddenstoel zeer bros. De korte, dikvlezige, geelbruine steel is enigszins vergroeid met het substraat en lijkt op een koolstronk. Het bleekgele, taaie, kruidige vlees heeft een nootachtige smaak en een zoete geur.
De grote sponszwam komt voor op zandgrond in open bossen aan de voet van boomstammen en op stompen van naaldbomen, vooral op grove den. Verder komt ze voor op larix, fijnspar en douglasspar. De paddenstoelen zijn van juli tot december te vinden, maar vooral in september en oktober.
Levermelkzwam - Lactarius hepaticus
De levermelkzwam (Lactarius hepaticus) is een schimmel behorend tot de familie Russulaceae. Hij komt voor bij naaldbomen en struiken op zuur, voedselarm zand en veen. Hij vertoont gelijkenis met: Kruidige melkzwam (Lactarius camphoratus), maar deze heeft een karakteristieke geur Wijnrode melkzwam (Lactarius badiosanguineus), maar deze heeft een rodere hoed Rossige melkzwam (Lactarius rufus), maar deze heeft melksap met een harsachtige geur en een scherpe smaak
De hoed is aanvankelijk convex, later uitgespreid en vaak met een klein umbo (bult) in het midden. De diameter is 1 tot 6 (7) cm. Glad oppervlak, glanzend als het nat is, meestal iets ruw aan de rand, bedekt met fijne vezels. De kleur is leverbruin tot kastanjebruin met een vage olijftint. De hoedrand is vaak wat bleker en fijn gekarteld, maar niet doorschijnend en gestreept.
De lamellen zijn (kort) aflopend, geelbruin tot bleek oker, met een paarse gloed en oranjerood bij oudere exemplaren. Het vlees is wit, met rozig-gelige tint, melk wit, zwavelgelig opdrogend. Soms splitsen de lamellen ze zich bij de steel.
De steel is 3 tot 7 cm lang (ongeveer net zo lang als de hoed diameter) en 4-8 mm dik. De steel is cilindrisch, broos, aanvankelijk vol, later leeg. De kleur is net als de goed in het bovenste deel en vaak steenrood aan de basis. De steel heeft geen velum.