Vanmorgen vielen deze draadknotszwametjes op omdat op die plaats nog geen dikke laag met afgevallen boombladeren op de grond lagen. Deze terrestrische saprotroof leeft in groepen op bosstrooisel in zowel loof- als naaldbossen. Hij komt vooral voor op berk, populier en eiken. De vruchtlichamen komen voor van de late zomer tot de winter.
De vruchtlichamen van de Draadknotszwam (Macrotyphula juncea) zijn aanwezig van de late zomer tot de winter, maar voornamelijk in september en november, op het strooisel van diverse loofbomen: berken, eiken, beuken en elzen. Vaak staan ze om in grote groepen bijeen. De draadvormige vruchtlichamen staan als naalden omhoog. Ze worden tot 6 centimeter lang en tot 2 millimeter dik. De kleur is geelwit tot okerkleurig. Aanvankelijk zijn de vruchtlichamen massief. Ze hebben een spitse of afgeronde top. De basis is versmald en viltig. De naalden buigen in een boog omhoog.
In Nederland komt de draadknotszwam zeer algemeen voor. Hij staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd.