dinsdag 16 mei 2023

Meerkoet met 7 kuikens op de waterzuivering

In Hapert op de rioolwaterzuivering heeft de Meerkoet zeven opgroeiende kuikens. De kuikentjes zullen nu ongeveer twee weken oud zijn. De kuikens hebben de eerste weken een rood kopje, daarna verdwijnt het rood en maakte het plaats voor een grauw grijs-wit verenkleed. De meerkoet duikt veel, zoekend naar waterplanten. Hij vliegt niet graag, maar hij verplaatst zich liever rennend over het water. De meerkoet is een omnivoor, die zich hoofdzakelijk voedt met waterplanten, weekdiertjes en waterinsecten. Ook worden zaden, gras en bessen gegeten. De meerkoet is monogaam.


De meerkoet komt op veel plaatsen voor in Nederland. Iedereen kent de strijdlustige watervogel. Een volwassen meerkoet kan 40 centimeter groot worden. Hij is gemakkelijk te herkennen aan de typische rode ogen, de witte snavel en de opvallende witte voorhoofdsplaat. Vanwege deze plaat worden meerkoeten in sommige streken ook wel bleshoenders genoemd. De meerkoet kan 15 seconden lang onder water blijven bij het zoeken naar voedsel. Het nest van de meerkoet is 20 centimeter groot. Het is gemaakt van riet, takjes en bladeren en drijft dicht bij de oever, waaraan het met halmen vastgemaakt is. Aan de kant van het water heeft het nest vaak een soort ‘opritje’. Het vrouwtje broedt 22 dagen op de vier tot twaalf eieren die ze in april legt.

Als de jongen uit het ei gekomen zijn neemt het vrouwtje de zorg op zich om de jongen op het nest warm te houden terwijl het mannetje voor het hele gezin op zoek gaat naar voedsel. Meerkoeten zijn zorgzame ouders die hun kinderen zeker nog wel een week of vier blijven voeren. De kuikens worden 40 tot 60 dagen na de geboorte door hun moeder verzorgd. Zij bedelen dan constant met piepende geluidjes om voer en zijn al vanaf een grote afstand te horen. Het groote aantal eieren en jongen per nest heeft te maken met het grote sterftecijfer. Overleeft van een nest slechts een enkel jong of zelfs geen (omdat de jongen een gewilde prooi zijn voor reigers, meeuwen en snoeken), dan doen de ouders een volgende poging. Tachtig procent van de meerkoetkuikens sterft in het eerste jaar na de geboorte. Van de jongen die het wel redden, overleeft slechts de helft het daaropvolgende jaar.


De Meerkoet is een zeer bekende en zeer talrijke broedvogel in Nederland, die vrijwel overal waar voedselrijk water voorhanden is, kan worden gezien. De Atlas van de Nederlandse broedvogels schat het aantal broedparen op 170.000, tegen 50.000 tot 80.000 paren in 1973-1977. Samen met Polen en Hongarije is de broeddichtheid in Nederland de hoogste in Europa. In de winter verzamelen vogels zich soms in enorme groepen. Op het Veluwemeer kunnen vele 1000en vogels worden waargenomen. In de vroege winter wordt gefoerageerd op waterplanten, later in de winter wordt vaak gefoerageerd op grasland. De meeste Nederlandse Meerkoeten blijven het hele jaar in ons land.