dinsdag 7 mei 2019

Reeën op de Neterselse Heide

Vanmorgen was het de beurt aan de reeën, die op de Neterselse Heide verblijven. Ik werd op hun de aanwezigheid gewezen door twee heren van Brabants Landschap. Gelukkig had ik een videocamera bij, al was het maar een kleintje.


De ree (Capreolus capreolus) is een kleine, algemene soort hert dat voornamelijk in Europa voorkomt. De ree heeft een zandgele tot roodbruine zomervacht. Volwassen dieren hebben geen vlekken, jonge kalfjes wel. De ree heeft een kop-romplengte van 95 tot 140 centimeter, een lichaamsgewicht van 16 tot 35 kilogram en een schofthoogte tussen de 60 en de 90 centimeter. Mannetjes zijn over het algemeen groter dan vrouwtjes. Mannetjes hebben gemiddeld een schofthoogte van 64 tot 67 centimeter, vrouwtjes van 63 tot 67 centimeter.

De Reebok en de geit achter in het weiland.

De ree is geen grazer zoals een hert, maar een "knabbelaar": hij eet bramen, bessen, twijgen, scheuten, knoppen en loten van struiken en bomen, als rozenstruiken en coniferen, kruiden, grassen, bladeren, noten, paddenstoelen en landbouwgewassen als tulpen, granen en kropgewassen.