Deze aardappelgallen worden door de eikenboom gemaakt, maar de Aardappelgalwesp heeft er voor gezorgd dat de woekering zo verloopt zoals je ze in de boom ziet hangen. In deze aardappelgallen ontwikkelen zich larfjes, die in de zomer als volwassenen Aardappelgalwespen uitvliegen. Dit zijn zowel mannetjes als vrouwtjes, die vervolgens paren. Daarna kruipen de vrouwtjes de grond in en zetten ze hun eitjes een voor een af op de jonge wortels van zomer- en wintereiken.
De Aardappelgalwespen die daar uitkomen, zijn larfjes die ook gallen veroorzaken maar dan op de wortels. In februari komen de aardappelgalwespjes uit de wortelgallen gekropen. Dit zijn echter alleen maar vleugelloze vrouwtjes, die lopend een heel traject moeten afleggen om een cluster van eitjes in de bladknoppen van de eiken af te zetten. Mannetjes komen in deze fase niet voor en zijn blijkbaar ook niet nodig voor de bevruchting van de eitjes. De galwespjes kunnen zelfs op mooie winterdagen of in de sneeuw worden waargenomen.