vrijdag 31 mei 2019

Terug bij het Boomklever nest

Vanmorgen ben ik nog eens teruggegaan naar het nest van de Boomklever, waarvan ik op vrijdag 3 mei 2019 een videofilm maakte. Ik ben er de afgelopen paar weken tijdens wandelingen meermaals langs gekomen, en zag dat de ouder vogels intussen vaak naar het nest kwamen met wormpjes voor de inmiddels uitgebroede jonge. Beide ouders vlogen vanmorgen op en af, en doken telkens een snavel vol wormen het nest in.

De Boomklever man komt met vers gevangen wormpjes naar het nest.

Het Boomklevernest is tussen twee omgewaaide bomen gemaakt. De twee bomen rusten in het midden op elkaar, net waar een oude nestholte van een specht in gemaakt was. De Boomklever was zo ijverig met het metselen dat het lijkt of beide bomen daar aan elkaar vast zaten. De boomklever is een metselaar die de doorgang van het vlieggat aanpast met een mengsel van modder en zaagsel dat nog in het nest is achtergebleven tijdens het hakwerk van de specht, die de holte een eerder broedseizoen heeft uitgehakt.

Het mannetje is door zijn fellere kleurstelling het opvallendst.

De boomklever (Sitta europaea) is het enige lid van de familie boomklevers (Sittidae) in de Benelux. Boomklevers zijn de enige vogels die met evenveel gemak zowel omlaag als omhoog langs een boomstam bewegen en daarin onderscheiden ze zich van spechten en boomkruipers die alleen omhoogklimmen langs boomstammen. Bovendien gebruiken spechten hun staart om op te steunen en dat doet de boomklever niet. De boomklever is een korte, dikke en actieve vogel met een krachtige puntige snavel. Hij is vrijwel in geheel Europa een tamelijk algemene standvogel. De opvallende en helder klinkende roep is vaak de eerste aanwijzing van zijn aanwezigheid. In de winter is hij een geregelde bezoeker van tuinen waarin pinda's worden aangeboden.

Het vrouwtje heeft minder kleur als het mannetje.

Ze leven in licht loof- en gemengd bos met ondergroei, vooral met oude en hoge bomen. Ook in parken en lanen en in de winter ook op de voedertafel. Op het menu staan veel insecten, zaden, noten, vruchten, graan en bessen. Harde noten zet hij tussen het boomschors vast en hamert ze dan van bovenaf stuk. Grotere insecten worden met de snavel in stukjes geknipt. De boomklever legt ook voorraden aan.

Het geluid van de Boomklever is een helder fluitend 'twiet-twiet-twiet' en een meesachtig 'tsit'. Bij opwinding een schel trillend 'tirr'. De zang is een luid 'tuwiehe-tuwiehe', ook wel omschreven als een kwelend 'tu-tu-tu' (dat enigszins aan de zang van een nachtegaal doet denken). Deze zang gaat over in 'kwie-kwie' en haastig 'twet-twet-twet'. Aan zijn zang kan de boomklever eenvoudig worden herkend.