De Ooievaar, op zoek naar een kikker of een ander amfibie.
Het afgelopen seizoen zijn er op veel ooievaarsnesten jongen uitgevlogen. Het aantal succesvol grootgebrachte jongen per nest is vergelijkbaar met de voorgaande jaren. Hoeveel jongen per nest verschilt per regio. Op sommige nesten lukte het de ouders om maar één jong groot te brengen; op andere nesten brachten de ouders 3 of 4 jongen groot. Vier jongen is echter wel een uitzondering.
Broedsucces vaststellen
Dat het broedseizoen succesvol was, baseert STORK op basis van het aantal vliegvlugge jongen dat op nesten is waargenomen. Dit kunnen geringde en niet-geringde jongen zijn. Niet-geringd, omdat ze bijvoorbeeld niet te bereiken zijn in erg hoge nesten, ofwel omdat de ringers te laat een melding krijgen. Dan zijn de jongen al te groot om hen veilig te kunnen ringen. Op meer dan 150 nesten van de bijna 1000 bewoonde nesten, zijn de jongen door vrijwilligers van STORK geringd, voordat ze uitvlogen.
Koud en nat voorjaar
Een koud en nat voorjaar heeft een negatieve invloed op de overleving van de kleinere jongen. Als de jonge ooievaars 2 tot 3 weken oud zijn en er is erg veel regen en kou, raken ze onderkoeld en zullen er vele sterven. Wanneer de jongen wat ouder zijn en behalve dons ook ‘echte’ veren hebben, kunnen ze zichzelf beter warm houden. De kans op overleven is dan juist hoger. De ouders kunnen door de nattigheid veel voedsel vinden. Vooral regenwormen vormen een belangrijke voedselbron voor jonge ooievaars.
Meer informatie vindt u in de brochure van Savon